www. penzen.nl
Cape Wrath Ultra 2018

Cape Wrath wedstrijdverslag

Voorwoord Samen met 175 anderen nam ik van 20 mei tot en met 27 mei 2018 deel aan de Cape Wrath Ultra (http://www.capewrathultra.com). De wedstrijd start in Fort William en de finished in Cape Wrath. De wedstrijd loopt langs de westkust van Schotland over een afstand van 400 kilometer in 8 dagen. Het is mijn langste wedstrijd tot heden. Niet alleen in afstand (langste tot heden 273 km) maar ook in tijd (langste tot heden 6 dagen). Mijn startnummer is 137 Elke dag start met ontbijt (via de organisatie). Ik mag vanaf 07.00 starten. Via checkpoints loop je op kaart/kompas en GPS. De meeste checkpoint hebben "cut off times". Niet op tijd, dan mag je de dag niet afmaken. Voor 23.00 moet ik binnen zijn. Ben je na 23.00 binnen dan mag je de volgende dag niet starten. De dag erna weer wel. Omdat de wedstrijd zo geïsoleerd is van de rest van de wereld is er veel verplicht materiaal om mee te nemen en jezelf te redden tot er hulp komt. Zo moet er mee een bivakzak, verschillende soorten kleding (regen, warm, koud), een satelliet tracker en voeding. Ik neem dagelijks ongeveer 2.500 calorieën mee. Mijn voeding bestaat voornamelijk uit noten. Op de lange dagen neem ik ook wraps en bonen mee. Elke dag eindigt in een kampement. Tot 23.00 is de keuken in het kampement open. We slapen in tenten voor 8 personen. De organisatie zorgt voor de bagage. Ik neem dus alleen een dagvoorraad mee. Douchen? Open water genoeg. Snurken? Oordoppen. Blaren? Zelf verzorgen. Vers water onderweg? Rivieren en stroompjes genoeg. Helaas heb ik in dit terrein niet kunnen trainen. "ben ik snel genoeg" is de vraag die mij ik mij steeds stel. Niet vanwege de afstanden of de hoogtemeters maar vooral omdat het een nogal onherbergzaam terrein is met veel waterdoorwadingen (zo'n 100 stuks in 8 dagen). Daarnaast zijn er niet veel paden en is er een reële kans op verdwalen. Vooral dag 3 is dé dag. Die dag kent tot heden het hoogste percentage uitvallers. Voor de rest ben ik er helemaal klaar voor. Ik ben op mijn race gewicht. Alles dat ik meeneem is getest tijdens mij trainingen. Mijn tas en rugzak zijn al zeker 10x in- en uitgepakt en alles ligt klaar om mee te nemen. Hieronder mijn wedstrijdverslag van deze intimiderende wedstijd. Veel leesplezier, Mario Inschrijven Een jaar geleden heb ik mij ingeschreven. Geen idee hoe ik het te weten ben gekomen, maar op de een of andere manier wist ik van het bestaan van deze race. Toen ik eenmaal de website had bezocht was ik verkocht. Hier wilde ik aan deelnemen. Dit is een iconische race. Verder dan ik ooit heb gelopen, langer dan een wedstrijd ooit voor mij heeft geduurd en in een gebied, waar ik nog nooit eerder ben geweest. Mijn agenda is vrijgehouden om mij te kunnen inschrijven en voor ik het goed en wel in de gaten heb ben ik ingeschreven. Een jaar na inschrijven zit ik op mijn kamer in dit guesthouse in Glasgow. Het is een piepklein kamertje met een nog kleiner badkamertje. De tas met mijn uitrusting is zo zwaar (23 kilo) dat ik een opvouwbaar bagagekarretje heb meegenomen om mijn tas op te zetten. Ik pak mijn tas weer eens uit en controleer mijn spullen. Ik zie dat ik een gaatje in mijn tas heb en dat een netje met spullen deels door dat gat naar buiten is getrokken. Ik ben overtuigd dat dat een actie van de douane is geweest. Nu heb ik dus wel een gat in deze waterdichte tas. Snel Glasgow in en een setje bandenreparatiespullen halen. Vrijdag 18 mei 2018 Ik word van de wekker wakker, want ik moet bijtijds weg. Ik wil de trein niet missen want dan moet ik een uur of 3 wachten. Mijn stoel in de trein is gereserveerd maar die gebruik ik niet. Er is een grote groep Scandinaviërs die rondom die stoel zit. Veel te druk. Ik zoek een andere plek en luister naar mijn digitale radio. 4 uur later Fort William. Het was een prima reis maar ik ben ook blij dat ik er ben. Ik ga op zoek naar het hotel. Alles kan hier te voet en het is maar goed dat ik een kamer heb gereserveerd. Alles is "no vacancy". Ik meld mij. De kamer is nog niet klaar. 20 minuten wachten en dan een prima kamer. Het is 50% duurder dan het vorige hotel en zeker 100% beter. Ik zit hier goed de komende dagen. Ik loop het dorp in en Fort William staat bekend als dé buitensport plaats van Schotland. Alle sportzaken doen dat eer aan. Ik verken waar ik een goedkope regenbroek kan kopen, want dat is in mijn uitrusting mijn enige zorg. Is mijn broek goed genoeg? Ik verken waar ik mij morgen moet melden (in de sportzaal met bowlingbaan) en ik haal mijn eten bij de Lidl. Lekker salades. Ik heb geen zin om in een restaurant te gaan zitten. Zaterdag 19 mei 2018 Vandaag is de dag. Vandaag is het moment waarop duidelijk wordt of dat mijn voorbereidingen kloppen. Opstaan en ontbijten. Ook nu een prima ontbijt. Ik loop het dorp in en bekijk "de boel" in de sportzaal een beetje. Tegen half twee ga ik met al mijn spullen naar de controle. Er staan al wat mensen en ik sluit aan. We kletsen wat en ik kom een bekende Belg (Fred Coppens) tegen die ik eerder bij de Al Andalus heb ontmoet. Weer wat kletsen en dan de controle. Eerst maar eens kijken of je op de lijst staat. Dan paspoortcontrole. Aansluitend tekenen voor het gebruik van foto's. Ik krijg nog een T-shirt. Daarna inspectie. Alles moet op tafel wat verplicht is voorgeschreven en alles is goedgekeurd; inclusief regenbroek! Ik ben er erg blij mee. Daarna blarenkit ophalen, luisteren naar de veiligheidsinstructie voor wat betreft het doorwaden van rivieren, gesprekje met de dokter en tenslotte mijn startersfoto. Klaar. Het ging snel en heel ontspannen. Met een lekker gevoel zet ik de tas op mijn karretje en terug naar de kamer. Daar slapen, eten en weer slapen. Tas uitpakken, ompakken en nu echt in orde maken voor morgen. Het is zover. We gaan op pad. 's Avonds is er nog de briefing. De race directeur legt uit hoe de wedstrijd in zijn werk gaat. Hij zet stevig in en stelt dat zijn belangrijkste doel is "te zorgen dat zijn vrijwilligers de week goed doorkomen en veilig thuiskomen. De rest is bijzaak". Dat klinkt misschien wat bot maar hij heeft wel een punt. De lopers maken namelijk kortere dagen dan de vrijwilligers. Er zijn 220 geregistreerden maar uiteindelijk starten er 175 lopers uit 29 landen met een gemiddelde leeftijd van 45 jaar. De jongste is 21 en de oudste 63. Bijna alles in de briefing weet ik al (door alle mails die de organisatie je vooraf stuurt) en toch is het goed om dit te doen. Er worden nog verrassend veel vragen gesteld. Lezen zij de mails vooraf niet? Ik ben tegen acht uur terug op mijn kamer. Ben lekker moe en ook gespannen voor de dag van morgen. . Dag 1 – zondag 20 mei 2018 Fort William naar Glenfinnan: "Through Ardgour! The adventure begins" (37 km en 500 hoogtemeters; 5 uur onderweg. 154e plek) An easy start Zondagochtend vroeg loop ik met mijn spullen naar de verzamelplaats in de sporthal. Ik heb dan al vroeg ontbeten; nog voordat de ontbijtzaal open gaat. De eigenaar is zo vriendelijk mij vroeg te helpen en zo krijg ik voor de laatste keer "the full Scottisch". Het smaakt me goed. Met mijn karretje naar de plaats van vertrek en dan weer een lastig moment, want de tas moet worden gewogen. Ik zit twee kilo boven het maximum van de 20 kilo die is toegestaan. Vreemd dat deze weegschaal zoveel afwijkt van de weegschaal die ik zelf heb gebruikt. Ik gooi nog wat weg en ben dan nog steeds te zwaar. Het resterende gewicht doe ik in mijn dag rugzak. Dan maar vandaag wat meer belasting. Het is tenslotte een "gemakkelijke start". De tas wordt in een van de bestelwagens gelegd en ik ben klaar om te gaan. Mijn karretje wil ik weggooien maar een van de chauffeurs geeft aan het te willen bewaren tot de wedstrijd is afgelopen. Hij zegt mij toe dat ik het einde wedstrijd terugkrijg (en dat gebeurt ook!). We wachten met zijn allen in de sporthal en in drie groepen gaan we naar de haven. We worden met het veer naar de andere kant van het water gebracht. Het is een korte tocht met een veerboot over Loch Linnhe naar Camuslang aan de kust tegenover Fort William. Het is bewolkt en de regen dreigt. Aan boord spreek ik de eerste Nederlanders. Krijg ik meteen een mooi compliment, want Peter geeft aan dat hij de Marathon des Sables heeft voorbereid aan de hand van mijn website. Altijd leuk om dat te horen. Aan de overkant wacht de doedelzakspeler op ons. Leuk om zo te worden ontvangen. Nog snel een warme kop thee en koekjes en dan verzamelen we voor de groepsfoto. Het is dan al flink bewolkt en de regen komt er nu echt aan. In de tussentijd heb ik alweer verschillende andere Nederlanders ontmoet en ook Fred Coppens weer gesproken. Ben overtuigd dat hij hier flink hard zal gaan. Hij heeft de wedstrijd twee jaar geleden ook al eens gedaan en waarschuwt mij voor dag vier. Die mag ik niet onderschatten (en hoe gelijk zou hij krijgen). Na de groepsfoto naar de start en zo tussen 10.00 en 10.15 worden we afgeschoten. We zijn op weg. De eerste meters van de 400 kilometers trekken onder ons door. We zijn weg! Ik loop met hardslagmeter en heb mij voorgenomen mij aan het hardloopritme uit het boek van Mark Sisson te houden. Mijn klokje slaat alarm vanaf 136 hardslagen per minuut en dat werkt. Ik heb mijn voeten niet getaped. Ik heb er vertrouwen in dat ik in elk geval deze dag goed doorkom zonder preventief te tapen. Het eerste stuk is een kilometer of 8 over een overwegend vlakke eenbaansweg langs de kust. Daarna lopen we westwaarts en landinwaarts langs Cona Glen op een goed stuk dubbelspoor gravelpad. Het gaat zachtjes regenen. Ik maak al flink wat foto's, want het is hier al prachtig en het schijnt nog veel mooier te worden verderop in de week. Ik word veel ingehaald. Ik vind het prima. Ik loop mijn eigen wedstrijd. Deze wedstrijd is niet gelopen op de eerste dag. We zijn met 175 starters en als ik maar mensen achter mij kan houden ben ik niet de laatste. Ik klets zo nu en dan met andere lopers maar weet ook dat ik energie moet sparen, want er is nog een lange weg te gaan. Het wordt na het vlakke pad wat heuvelachtiger maar het stelt allemaal niets voor. Ik geniet ervan. Ik eet mijn rugzak leeg en de spullen van "levenslust" smaken mij goed. Wat een aanrader om met hun spullen onderweg te zijn. Het smaakt, want alle nootjes zijn "out of the ordenary". Op ongeveer 25 km, klimmen we steil uit Cona Glen en over een naamloze bealach. Het pad verandert in een rotsachtig, modderig enkel spoor dat zich noordwaarts naar beneden buigt door een vallei. Het is nu al wat glibberen en glijden op de natte rotsen en drassige stukjes maar ik heb ook heel veel vertrouwen in mijn Vibram zolen. Ze doen echt goed werk en ik heb vrijwel altijd goed grip. Niet lang voordat we de hoofdweg op Glenfinnan oprennen, steken we over een brug aan de kop van het Loch Shiel. Ik zit dan heel even in een groepje, want het is lastig oriënteren en we klonteren samen. Mijn gps-horloge redt mij en ik twijfel geen moment. Ik volg stug het paarse lijntje en dat in combinatie met de zeer gedetailleerde kaart zorgt dat ik de juiste weg vind. Na een uur of vijf kom ik aan. Helemaal goed. Een prima eerste dag. Blij mee. Het tentenkamp ligt er prachtig. We hebben uitzicht op het spoorwegviaduct die in de film Harry Potter en de Geheime Kamer een rol speelt tijdens de passage met de Zweinsteinexpres. Mooi hoor en dat ondanks de regen. Nu maak ik ook voor het eerst mee hoe het gaat in het kamp. Het startnummer wordt gescand. Dan wordt de tracker ingenomen, aansluitend wordt uitgelegd hoe het kamp is opgebouwd en vervolgens meld je je voor de tas. Niet vreemd dat die waterdicht moet zijn want de tas ligt buiten in het natte gras en in de regen. Ben overigens heel erg blij dat ik echt een tas heb en niet de aanbevolen waterdichte zak. Die heeft namelijk als nadeel dat je altijd de gehele zak leeg moet maken en ik kan mijn tas gewoon gevuld laten. Ik slaap in tent acht met twee Britten en vijf andere Nederlanders. Enkelen heb ik al ontmoet en aan anderen stel ik mij voor. Ik deel mijn slaapcabine met Christopher. Een top 10 loper en gehard in dit terrein (w've got nothing else to train on".). In de tent bereid ik meteen de volgende dag voor. Mijn dagrugzak met voeding van vandaag eruit en mijn dagrugzak met voeding van de volgende dag erin. Daarnaast het zakje met batterijen uitwisselen en het overschot met batterijen in de waszak. Uitkleden. Vuile was in de waszak en mijn Skins regeneratiebroek aan. Die heb ik sinds de MdS niet meer gebruikt en nu dus wel. Daar werkte het erg goed en ik reken er nu ook op. Ik meng mijn twee zakjes proteïne met water en vul zo mijn voorraden aan. Luchtbed opblazen en dat is nog een hele klus want ik heb het luxe luchtbed met 15 cm hoogte meegenomen. Dat kon goed omdat ik 20 kilo mee mocht nemen. Wel nog een heel karwei om zo een dik luchtbed te vullen. Slaapzak inrichten en alles dat ik nodig heb voor het slapen (oordoppen en oogmasker) en alles dat moet drogen (short en T-shirt) in de slaapzak. Daarna even liggen en slapen en aansluitend eten. We slapen in prima. Je kunt erin staan en de cabines zijn ruim genoeg voor twee man. Wat Chris en ik afspreken is dat hij met zijn hoofd aan mijn voeteneind slaapt en andersom. Voor het eerst gebruik maken van de keuken en ik moet zeggen dat het erg goed smaakt. Het is een vegetarische maaltijd en ze weten er iets goeds van te maken. Het eten kent geen beperking. Twee porties? Prima. Drie porties? Ook goed. Ik heb mijn rubber klompen aan en dat werkt erg goed in het natte gras hier. Als je vroeg binnen bent (voor 18.00 uur), dan is er ook nog een lunch met onder andere frietjes. Ik drink een liter thee, poets tanden en ga slapen. Het is een mooie eerste dag. Dag 2 – maandag 21 mei Glenfinnan naar Kinloch Hourn: "Through Knoydart! Our first true wilderness" (Afstand 57 km en 1.800 hoogtemeters, 12 uur onderweg. Plaats 112) Vandaag voor het eerst opstaan om halfzes. Ik heb de wekker gezet en mijn wekker maakt iedereen wakker. Het is dan al licht en het regent, net als het de rest van de nacht heeft gedaan! Het is nu een kwestie van ritme opbouwen. Voor mij betekent dat: aankleden, luchtbed leeg laten lopen, slaapzak oprollen en in de compressiezak doen. Mijn heel dikke luchtbed goed leegdrukken en dan oprollen. Na het opstaan tijd voor het ontbijt en ik moet zeggen dat dat er erg goed uitziet. Er is vegetarische worst, er zijn bonen in tomatensaus, ei, er is brood en ook nog pap. Je kunt hier echt wel je calorieën ophalen. Ik laat het mij goed smaken en de thee maakt het af. Ik merk nu pas echt dat ik niet slim heb gedaan met mijn plastic bordjes. Ik heb hard plastic maar wel breekbare bordjes meegenomen met als doel er één elke twee dagen weg te kunnen gooien. Ik mag al blij zijn als ze één dag halen. Na het ontbijt afwassen. Dat is wel smerig. Er staat een wastafel met een afwasbak erin. Wat veel mensen doen is hun bord in de afwasbak maar dat is volgens niet de bedoeling. Je haalt de spons uit de afwasbak en daarmee maak je je bord schoon. Het water loopt dan via de gootsteen weg. Mijn oplossing is dat ik daarna het toilet bezoek. Daar is lekker schoon toiletpapier en daar poets ik bordje, mok en bestek mee op. Om 07.00 mag ik weg en ook dat is even wennen aan de gebruiken in het kamp. Ik heb mijn tas dan al weer helemaal ingepakt en die weegt nu dus aanmerkelijk meer dan 20 kilo. Nu maar hopen dat die niet opnieuw wordt gewogen. Elke dag is er een kit check. Slim! Elke dag moet je enkele verplichte spullen uit je rugzak laten zien. Dat gaat met heel veel vriendelijkheid gepaard, maar streng zijn ze wel. Tas inleveren en melden voor de tracker. Die krijg ik en dan om 07.00 op pad. De eerste paar mijlen van dag 2 zijn vlak. We volgen een verharde weg langs de "Harry Potter brug". Ik zie veel mensen snel van start gaan en ook vandaag neem ik de tijd. Het is nat en het zal een zware dag worden want de regen helpt niet... Na de verharde weg wordt het onverhard en daarna een goed breed pad dat zich versmald tot een enkel spoor pad, terwijl we steil omhoogklimmen tot een pas op 450 m (Bealach A 'Chaorainn). Zoals dat vaker gaat bij dit soort wedstrijden heeft uiteindelijk bijna niemand echt haast en zo klets ik wat met de andere lopers. Ik heb het echt naar mijn zin. Zelfs de regen deert me (nog) niet. Ik voel me goed. Van Bealach A 'Chaorainn is er een lange padloze afdaling die ons naar de brug over de rivier de Pean brengt. Dit is de eerste keer dat we zonder pad op weg zijn. Op mijn Fenix 5x lees ik de richting en dat werkt. Ik moet echt stug de paarse streep op mijn horloge volgen en dan kom ik waar ik moet zijn. Op ongeveer 15 kilometer is het eerste checkpoint. Er was tijdens de briefing al aangekondigd dat we ongeveer 100 water doorwadingen hebben. Dit is een brede doorwading en hoe ik ook kijk en zoek; er is geen ontsnappen mogelijk. Ik moet door het water. Tot bijna kniehoogte komt het water. Het heeft een prima temperatuur maar nu wordt het interessant of het water nog uit mijn schoenen kan, want die zijn waterdicht. Ik meld me bij de brug, mijn nummer wordt gescand en al soppend in mijn schoenen loop ik verder. Ik ben dan ook al flink aan het eten. Ik eet tenminste elk uur en extra als ik trek krijg. Het gaat me goed af want ik eet met plezier. Ik loop verder via een slingerende route naar het westen langs Glen Dessarry en in de wildernis van Knoydart. Dit is een van de meest afgelegen delen van de hooglanden. Het wordt dan snel ruig en rotsachtig en het dal versmald in een kloof en het pad verdwijnt bijna geheel. Ik ben dan allang enorm blij met mijn Boreal schoenen. Die heb ik gekocht vanwege de harde zool. Nou, die is hier van groot nut. Ik voel geen enkele steen prikken en zo bespaar ik mijzelf gekneusde voetzolen en blaren. Het veld van hardlopers is dan inmiddels behoorlijk uitgedund. Ik vind dat erg fijn. Het is heerlijk om met jezelf te strijden en te zien hoever je kunt komen en wat het met je doet. Het westelijke uiteinde van Glen Dessarry opent zich naar een zeearm en we dalen via een goed rotsachtig pad naar Sourlies bothy en naar een strand, bedekt met rotsen en zeewier. Ik heb het dan al heel erg koud en moet mijn handschoenen met mijn tanden uittrekken. Dat moet, want ik moet mijn horloge opladen. Mijn batterypack en de laadkabel heb ik bij me en op deze prima weg heb ik de rust om het horloge op te laden. Dat werkt heel erg goed. In een kwartier tijd komt er zo'n 25% aan vermogen bij. De route brengt ons langs het strand en rond een scherpe landtong waar we de ruïnes van Carnoch en een brug zien en waar het tweede checkpoint van de dag is. Om daar te komen, moeten we ongeveer 2 kilometer zonder pad een moeras oversteken. Ik probeer ook hier te rennen maar het is me te gevaarlijk. Ik wil niet uitvallen met een gebroken been of enkelblessure. Ik ben dit type terrein niet gewend. De kans op een enkelblessure is voor mij groot. Ik zwik wat af en als dat het niet is, dan stoot ik wel met mijn schoen tegen een steen waardoor die schoen zo'n opzwieper krijgt dat die tegen mijn andere enkel schopt. Daar wordt het niet beter van. We volgen de rivier de Carnach op een goed pad landinwaarts richting de rotsachtige top van Ben Aden. Als we omhoogklimmen via de vallei aan de voet van Ben Aden, verdwijnt het pad en wordt het een grote blubber troep. Dit is ploeteren, want er zijn al heel veel lopers via ditzelfde pad gegaan. Het pad is echt helemaal stuk maar het is te doen, als je het tot aan je enkels wegzakken in de modder niet meetelt. Ik stop langs de rivier. Het is tijd voor mijn "lunch". Ik heb bedacht dat ik tussentijds proteïne ga nemen. Daar is nu het moment voor. Water is dan wel een "dingetje". Er is gezegd dat het water overal goed te drinken is. Onervaren als ik ben toch maar een waterfilter gekocht en alles bij me om te filteren. Maar ja, het water in het kamp komt ook uit de rivier en dat heb ik ook gedronken. Ik probeer het zo slim als mogelijk aan te pakken en kijk goed waar het water vandaan komt, of het hard genoeg stroomt en wat voor een kleur het heeft. Ook is het goed om in te schatten of er ergens (dode) dieren zijn en of er niet toevallig een andere loper bovenstrooms met het water aan het werk is. Ik gok het erop en het gaat goed. Met mijn kleine "shaker" maak ik tweemaal een zakje proteïne. Het smaakt me goed en het effect is dat ik met hernieuwde krachten verder kan. Dit is voor mij een echt wondermiddel (en dat blijft het de rest van de week). Blijkbaar is dit waar mijn spieren behoefte aan hebben en wat ben ik er blij mee. Vandaag ook voor het eerst een zakje met droge worst. Ik heb 6 soorten droge worsten versneden en voor de dagen 2 tot en met 7 een zakje gemaakt. Wat een genot om te eten. Het is lekker vet, zout en heerlijk om op te bijten. Ik word er blij van. Dit is echt een afgelegen maar serene plek en het is er zo mooi. Hoe mooi zal het hier zijn als het niet regent? We draaien af naar het noordwesten en dan weer naar het noordwesten en moeten dan een steile helling op om naar een smal pad te gaan dat ons over een 522 m lange pas op Luinne Bheinn brengt. Tijdens de klim lopen anderen voor en achter mij en af en toe halen we elkaar over en weer in. Er wordt heel wat gekletst en ik vind het leuk. Ik doe eraan mee als ik er de energie voor heb en hoe moe ik ook ben; als ik anderen passeer of laat passeren zeg ik altijd wat. Terwijl we klimmen, hebben we af en toe een prachtig uitzicht. Het regent nog steeds maar de lucht klaart op. Uiteindelijk heb ik zicht op de afgelegen dalen in het zuiden en oosten, tegen de rotsachtige achtergrond van Ben Aden en de scherpe top van Sgurr na Ciche op 1040 meter, de hoogste berg in Knoydart. Na het bereiken van de top dalen we geleidelijk naar de zee. Het weer is dan al flink beter en iedereen is wat vrolijker. We dalen naar Barrisdale Bay en we hebben dan prachtig uitzicht. Er is nog een kilometer of 8 te gaan voordat we het kamp bereiken in Kinloch Hourn en in mijn hoofd wordt de rest een "makkie". Natuurlijk wens ik mijzelf toe dat hierna alles vlak is. Mooi niet, want ik heb alle pieken van vandaag geteld en ik weet dat er nog één komt die meer dan 500 meter hoog is. Het pad de berg op is smal, ruig en glad. Ik neem de tijd maar stop nooit. Ik doe dit in één "haal" en voel me goed als ik bovenop de berg sta. Dit gaat me echt goed af en nu het weer beter is ben ik erg blij. Het voelt geweldig als ik bij het kamp ben. Het ritueel ken ik inmiddels en ik ben erg blij als ik in de tent mijn schoenen uit kan doen. Geen blaren. Geen beurse voeten. Niets maar dan ook echt niets!!!! Ik ben niet de eerste in de tent en ook niet de laatste. Iedereen heeft het goed gedaan en enkelen hebben het heel erg zwaar gehad. Ik herken dat. De dag was koud, nat, glibberig en lang. Het was zwaar maar ik heb er ook erg van genoten! We gaan eten, drinken thee, frissen op en gaan slapen. Morgenvroeg op. Dag 3 – dinsdag 22 mei Kinloch Hourn naar Achnashellach: "Through Kintail! Remote and stunning" (Afstand 68 km, 2.400 hoogtemeters, 15 uur, 121e plaats) De "hardest day" Ik sta goed op. Ik heb redelijk geslapen. Ik heb het koud gehad en flink liggen draaien. Daarnaast wordt er in onze tent niet zozeer gesnurkt maar in andere tenten wel en van "geluiddicht" is geen sprake. Het ritme dat ik met Christopher heb opgebouwd werkt. Wij hebben een prima systeem zo in onze slaapcabine. Ik vind het wel vervelend dat ik hem wakker maak maar dat is niet te voorkomen. Hij start namelijk pas erg laat en ik start bij eerste gelegenheid. Elke dag heeft dezelfde routine. Fijn dat ik nog steeds geen spierpijn heb en erg fijn dat ik op een dik matras lig. Ben overtuigd dat dat ook helpt. Om 07.00 sta ik aan de start. Het is niet de langste maar wel de zwaarste dag. Het is een flinke afstand te overbruggen maar het zijn vooral de hoogte meters. We hebben tenminste 3 bergen van meer dan 500 meter hoog. Voor mij is dit een heel spannende dag, want ga ik de cutoff times halen? We gaan het zien. Als het me lukt dan is dat heel erg mooi. Lukt het niet, dan is dat pech maar het mag ook niet meer dan dat zijn. De route begint met een 8 kilometer lange klim van zeeniveau tot 800 m hoogte over een rotsachtige pad. Vervolgens lopen we om de machtige Forcan Ridge en tenslotte een afdaling van een kilometer of 10 tot in Glen Shiel. We hebben dan het hoogste punt van de dag gehad en ik heb er plezier in. Het weer is totaal omgeslagen en nu moet ik vooral mijn temperatuur regelen door mijn dunne regenjasje open en dicht te maken. Dat lukt goed. Ik ren waar ik kan en wandel waar het moet. Op zeeniveau ligt Shiel Bridge en het eerste checkpoint van de dag. Lekker om weer even wat beschaving te zien. Gek hoe dat toch werkt. Ik geniet van de rust in de bergen en de natuur maar vind het ook leuk om dan toch weer huizen, gebouwen, asfalt en auto's te zien. Het zal wel te maken hebben met variatie en afleiding. Aan de hoofdweg een paar winkels en hotels. Sommige lopers stoppen om wat te drinken te halen of extra inkopen te doen. Een heel lange tijd loopt er voor mij een Amerikaan met een gesloten pak muffins in zijn hand. Nou, die heeft hij echt niet vanmorgen meegenomen. Overigens is het toegestaan om inkopen te doen. Er is een eenvoudige regel: als dat wat voor jou bereikbaar is, ook voor anderen bereikbaar is, dan mag het. Dus inkopen in de supermarkt is toegestaan maar slapen in een hotel niet. Simpele regel. Duidelijk en effectief. Goed over nagedacht. Het is al lekker zonnig. Ik stop heel even om mijn jasje uit te doen en mijn eetvoorraad in mijn borstzakken aan te vullen. Ik heb overigens geen idee hoeveel speling ik heb op de cutoff times. Ik denk dat ik het nog niet wil weten. De zon doet goed haar best en helaas heb ik geen zonnebrandcreme (P20) gebruikt. Gedurende de dag merk ik dat mijn rechter arm aan het verbranden is. Balen. We volgen de weg langs het water een tijdje, ik schreeuw zo hard ik kan naar een andere loper die de verkeerde kant opgaat en ik loop een tijdje met de koekjes-Amerikaan mee. Ik ga best snel (voor mijn doen) en laat hem weer los. Daarna de volgende berg op en daar maak ik een beginnersfout. Ik kijk niet nauwkeurig genoeg op mijn gps maar volg het pad dat logisch is. Dom. Mijn geluk is (en de pech voor de anderen) dat er meer zijn die hetzelfde hebben gedaan en zij komen terug van dat verkeerde pad. We zijn dan met een groep van en man of acht en staan ons te oriënteren waar naartoe. Deze "wake-up call" helpt mij en ik weet eens te meer dat ik in eerste instantie op mijn eigen oordeel moet vertrouwen door kritisch op mijn GPS te kijken en in tweede instantie pas naar anderen moet kijken. Overigens blijkt later dat heel veel lopers deze fout hebben gemaakt. Sterker nog in de eerste editie (2016) van de race zijn veel mensen ook op dit punt de fout ingegaan. We zijn dan begonnen aan de tweede lange klim van de dag naar de Bealach Na Sroine (524m). Op de top van de Bealach Na Sroine gaan we over in een hoogvlakte en dalen aan de andere kant stijl af in een diepe kloof, die ons voorbij de watervallen van Glomach voert; de grootste (maar niet de hoogste) waterval in Schotland. Het pad wordt smal en het is goed vasthouden aan de steile wand om veilig beneden te komen. Fijn als je dan lange benen hebt want er zijn scherpe rotsen om overheen te stappen en flinke afdalingen te overwinnen. Hier moet je echt geen haast maken. Hier is het opletten. In de vallei kom ik wandelaars tegen. We kletsen wat en ze zeggen mij dat het de rest van de week mooi weer blijft. Vanuit de vallei komen we op een grindpad met dubbelspoor. Heerlijk vlak en lekker om bij te komen. Ik laad mijn horloge op en eet zoveel ik kan. Ik kom bij checkpoint 2 en dan blijkt dat ik 1:40 speling op de cutoff time heb. Jeetje, dat had ik niet gedacht, zoveel speling. Dat maakt me blij. Op checkpoint 2 zit ook Jeroen (uit mijn tent nr. 8). Hij is uitgestapt. Scheenbenen willen niet meer en voordat hij het echt stuk loopt. Balen maar een wijs besluit. Ik loop nog een paar kilometer door en voordat we de volgende heuvels ingaan stop ik om te eten. Proteïnen drinken, borstzakken aanvullen en zakje met worst paraat. Ik heb ook wraps bij me en dat smaakt me erg goed. Lekker. Even wat anders. Het doet me goed. Bij Iron Lodge klimmen we noordwaarts de Glen uit op een ruwer enkelspoor tot een hoogte van 466m en volgen daarna een golvende route met veel rivier- en stroomovergangen, die allemaal goed te doen zijn tenzij je de schoenen droog wilt houden. Dan is het zoeken en de stokken gebruiken. Ik heb dan ook mijn luisterboek al aangezet om mij af te leiden. Ik ben dan al lang onderweg en het einde van de dag nadert. Tijd voor afleiding dus. Baantjer helpt.... Ik zit dan in een moerachtig gebied en het terrein is best verraderlijk. Elke stap neem ik bewust om maar niet weg te zakken. Van een route is dan geen sprake meer. Het is het inmiddels bekende rechte lijntje op het horloge en zo maak ik mijn eigen pad. Je mag 200 meter afwijken van het paarse lijntje maar dat heb ik eigenlijk nooit nodig. Ik loop dan al uren alleen en zie alleen in de verte nog wat andere lopers maar die zijn honderden meters voor mij. Ik moet dus op mijzelf vertrouwen en dat gaat goed. Via een dal kom ik in een geheel ander gebied. Dit is echt heel erg lastig terrein. Geen paden, vooral graspollen en veel stenen. Het is heuvel op en heuvel af en vooral vasthouden aan die paarse lijn. Tot mijn verbazing haal ik andere lopers bij. Dat was niet mijn opzet maar wel even een oppepper. Wie weet is dat toch het voordeel van alleen lopen. Ik verlies geen tijd met overleg en ik weet dat ik vrij constant loop. Dit gedeelte vereist dus nauwkeurige navigeren en ik zie de verschillende groepjes van lopers zich verspreiden over dit terrein. Mario, niet laten afleiden...paarse lijn volgen.... We komen bij een loch uit en we zijn dan alweer allemaal samen. Ik stop zodra we op een dubbelspoor pad komen. Ik kleed me om want het wordt fris en het is ook al schemerig aan het worden. Tijd ook om de hoofdlamp paraat te houden. Dunne handschoenen aan en lopen maar. Er volgt nog één klim vandaag en het is dan al best fris. Tot mijn eigen verbazing gaat ook deze mij goed af. Ik luister geconcentreerd naar mijn luisterboek en stap stevig door. Ik volg de paarse lijn en probeer niet al te veel ruzie te maken met alle ijzerdraad dat hier ligt van oude en vergane hekken. Op de top is het uitzicht prachtig. Ik sta dan op ongeveer 645 meter hoogte en kijk uit op de Torridon-bergen in het noorden. Een mooie vooruitblik op de dag van morgen De afdaling is lastig. Het is erg "technisch" en is stijl en duurt lang. Het is glibberig en soms is de route naast het pad beter dan het pad zelf. Goed oppassen dus en slim de route kiezen. Daarna wordt de daling minder stijl en gaat over in een rotsachtig pad. Ik zie in de verte Joris en Wilbert uit mijn tent. Ik laat me er niet door leiden maar het is toch leuk om de laatste kilometers samen te doen. In de vallei zijn er borden geplaatst die ons de weg wijzen. De midgets doen hier goede zaken. Dat wordt nog wat. Toch nog een keer door het water maar dat is helemaal prima, want dan worden de schoenen schoon. Ik heb geen besef van tijd want de batterij van mijn klokje is leeg. Bij de finish blijkt dat ik 15 uur onderweg ben geweest. Ik heb dus nog een uur speling!!! Ik ben er ontzettend blij mee. Ik zit nog steeds in de race. Het kamp is ongelukkig van opzet. De etenstent en toiletten staan bij elkaar maar een stuk verderop staan de slaaptenten. Vermoeid (en voor velen met blaren), is het niet fijn zover te moeten lopen. In de tent snelle actie want er is nog maar een uur om te eten. Ompakken, uitkleden, aankleden, slaapzak uitrollen, bordjes en mok pakken en gaan. Ik heb trek en dat overkomt me niet vaak bij dit soort wedstrijden. Het eten smaakt me goed. Ik klets wat met anderen maar ben vooral gericht op snelheid. Goed en snel eten en dan slapen. Morgen om halfzes loopt de wekker af. Overigens komen er tijdens mijn eten nog steeds lopers binnen en ook nog na 11 uur.... De sfeer in het kamp is ernaar. Het is er rustig en ingetogen. Goed dat er rekening met elkaar wordt gehouden. Dag 4 – 23 mei 2018 Achnashellach to Kinlochewe: "Torridon! Grand mountains and high passes" (Afstand 35 km, 1.400 hoogtemeters, 9 uur onderweg, 96e plaats) An Afternoon Off Fred Coppens had mij zaterdag al gewaarschuwd. Na dag 4 twee jaar geleden dacht hij aan opgeven. Dag 4 zou nooit een echte 'rustdag' worden, maar op papier qua aantal kilometers en meters stijgen lijkt het een halve dag in vergelijking met dag 3. Dag 4 typeer ik inmiddels als "de onderschatte dag". We staan ook vandaag om halfzes op. Ik heb nog steeds geluk want ik hoef niet te tapen of blaren te prikken. Aankleden, spullen opruimen, eten en lopen. Voor enkele tentgenoten is dat wel anders. Ik heb geen idee hoeveel tape er wordt gebuikt, maar het is nogal wat. Ik realiseer mij nu pas dat ik ook nog eens jarig ben. 53 jaren ben ik geworden. Lang zal ik .... Onze tent dunt verder uit. Christopher gaat weg. Misstap gemaakt, blessure, einde wedstrijd. Het nabijgelegen gemak van het station van Achnashellach betekende dat hij de lange reis naar huis kan beginnen om te herstellen. Balen dat hij weg gaat. Het was een prima tentgenoot. Met het vertrek van de twee Nederlanders zijn we nog met zijn vijven over, waarvan er nog vier in de race zijn. Niemand heeft vandaag echt haast om te beginnen en het is stiller dan normaal rond het startgebied. Ik vertrek om 07.00 uur. Ik heb dan een goed ontbijt op, met deze keer een flink bord Porridge. Lekker begin van de dag. Kan ik weer een hele tijd op teren. Ik merk dat ik voldoende energie heb en toch moe ben. We gaan ook meteen de berg op via een mooi pad en ook onderweg is het rustig. Er is inmiddels een "stabiele" groep van vroege starters ontstaan waarbij iedereen een eigen start tactiek gebruikt. Sommigen gaan meteen rennen, anderen kletsen meer dan dat ze lopen en ik? Ik stap stevig door. Eerst maar eens alles warmlopen. Dit lijf moet ik koesteren, want tot nu toe werkt alles verrassend goed. De route begint dus bergop en loopt een kilometer of 8 zo door. Het is er prachtig. We klimmen naar Coire Lair op een goed rots pad naar de top op 650 m. ik maak nu ook een navigatiefout. Stom! Niet goed gekeken. Ik volg het pad maar daar had ik vanaf gemoeten. Met foutlopen en corrigeren heb ik zeker een kilometer extra gelopen. Mijn Garmin navigatiesysteem op mijn schouder redt mij want daarop kan ik snel uit- en inzoomen. Dat was nu echt nodig. Via een lange afdaling over heel ruw terrein lopen we naar een kruising in Glen Torridon die ook dient als checkpoint. We lopen dan al geruime tijd tussen de heuvels van Torridon met veel rood zandsteen en kwartsiettoppen. We lopen van het ene adembenemende uitzicht naar het andere. Het weer is goed. Bijna te goed. Ik ben blij met elk briesje, want het is echt wel warm. Vanaf het checkpoint klimmen we omhoog tussen Liathach en Beinn Eighe op een goed te belopen rots pad en volgen daarna de contouren van Coire Mhic Fhearchair. We lopen naar de hoogste watervallen van Groot-Brittannië. Het is niet te beschrijven zo mooi. Als het weer zo goed is als vandaag, dan moet dit een van de mooiste plekken in Schotland zijn. Ik gebruik de top van de waterval om in de schaduw mijn "pauze" te nemen. Ook dat is nieuw maar ik houd deze tocht feitelijk geen pauzes. Het is even stoppen, "mijn ding doen" en dan door. Ook nu. Ik drink mijn proteïne, eet zoveel ik aankan, vul mijn flessen en ga op pad. Ik volg de roze streep want er is geen pad en maak bijna de fout die een aantal anderen maakt. De pijl geeft aan dat we moeten dalen maar ik zie nogal wat anderen verder de berg op gaan. Gek is dat, maar een oerkracht zegt mij dat ik ook omhoog moet. Ik wil dat net gaan doen, totdat Jill achter mij roept "dat we moeten dalen tot 375 meter". Dat schudt me wakker, maar het terrein waar we doorheen moeten is zo onlogisch om te bewandelen dat mijn natuurlijke beweging echt anders is. Dit is de eerste keer dat ik vind dat het echt gevaarlijk is. We dalen op een helling van tenminste 30 graden en moeten een weg vinden tussen de helmgraspollen, de glibberige modder, de gaten die eronder zitten (en die je niet ziet) en de stenen die daar weer onder zitten of ruim bovenuit steken. Het is niet te doen. Elke stap is een aanslag op de enkels en menige keer zie ik een gat over het hoofd. Ik wil zo snel als mogelijk dalen naar de 375 meter en volg de lijn. Uiteindelijk bouw ik ook hier ritme op en het lukt. Ik kom op de voorgeschreven hoogte aan en volg de rechte lijn. Het effect is dat we om de berg (Beinn Eighe) heen lopen in plaats van eroverheen. Ik ben enorm blij als ik zonder blessures de afdaling heb afgerond Daarna lopen we op deze hoogte over een hoogvlakte die heuvels met graspollen met moeras weet te combineren en het gaat maar door...maar ik blijf strak de paarse lijn volgen en dat is uiteindelijk ook nu weer de juiste keuze (later zie ik in het kamp dan enkelen enorm afwijken van voorgeschreven route. Ik heb met hen te doen want hier een fout maken kost heel veel meer energie). Er komt maar geen einde aan deze hoogvlakte. Het kan maar zo 5 tot 7 kilometer zijn en het is echt werken om er doorheen te komen. Als ik de hoogvlakte verlaat is er nog een heel lange afdaling naar Kinlochewe en die is niet gemakkelijk. Het pad is bedekt met scherpe kwartsietrotsen die slecht te belopen zijn. Ik geef mijzelf dan nogal eens tikken tegen de enkels met mijn eigen schoenen. Uiteindelijk kom ik in het dorp aan. Fijn dat hier wat voorzieningen zijn en ontzettend fijn dat we kunnen eten in de sporthal in plaats van in een tent. Ook het tentenkamp is compact. In de tent ben ik ook nu niet de eerste en niet de laatste. Fijn dat ik mooi op tijd binnen ben. Snel mijn spullen in orde maken en daarna lunchen (heerlijk 2 bordjes vol). Ik krijg extra pasta met mayonaise te eten omdat ik jarig ben en daarnaast een dikke knuffel van de dames in de keuken. Heel leuk en heel attent. Na de lunch haal ik alcoholvrij bier bij het tankstation en trakteer de tentgenoten. Daarna Karen bellen en het is heel erg fijn om haar stem te horen. Hier kan geen trailmail tegenop. We praten over de wedstrijd tot nu toe en omdat zij zelf dit soort wedstrijden ook doet, weet ze als geen ander de goede vragen te stellen en ook welke vragen niet te stellen! Na het diner weer terug naar de tent en slapen. Ik heb een lange nacht te gaan in deze heerlijk ruime slaapcabine. Erg jammer dat Christopher er niet meer is maar wat is het een genot om ruimte te hebben. Dag 5 – 24 mei 2018 Kinlochewe naar Inverbroom: "Through Fisherfield! Total wilderness and isolation" (Afstand 44 km. 1.400 hoogtemeters, 8.19 onderwg, 88e plaats) Back on Track Zoals elke dag gaat mijn wekker ook nu om halfzes af. De kortere dag van gisteren en de langere nacht geven veel mensen (en dus ook die in mijn tent) een "upper". Het wordt misschien vervelend, maar ook deze ochtend voel ik me goed en ook mij heeft de langere nacht geholpen. Daar ben ik erg blij mee na de zware dag van gisteren. Ik durf het telkens niet te denken en al helemaal niet te zeggen, maar als het zo doorgaat, dan zou ik de eindstreep kunnen halen. Eerder had ik bedacht, dat als ik heel erg moe zou zijn, ik de vijfde dag als rustdag zou gebruiken en nu ga ik op deze 5e dag gewoon starten. Ik eet nog steeds met smaak en zo ook vandaag. Ik vertrek ook nu om zeven uur en ik heb er zin in en dat ondanks dat ik nu echt een jaar ouder ben.... De briefing van Shane Ohly van deze ochtend zoemt nog na. Hij legde uit dat "als je ongeveer daar en daar bent, dat het 10 tot 12 uur duurt voor we je kunnen halen mocht je iets overkomen". Nou, niet ene prettig vooruitzicht als je wat overkomt. Heel prettig vooruitzicht als je doel is om op plekken te komen, waar je normaal niet kunt komen; zoals in mijn geval. Via een geasfalteerde weg gaan we het dorp uit. Daarna via een tweesporen pad verder omhoog naar Lochan Fada (314 m). We lopen lekker in de schaduw en ik heb het naar mijn zin. Ik word ingehaald door de snellere lopers maar ik laat me niet meeslepen. Ook vandaag lekker mijn eigen tempo. Zo loop ik comfortabel de eerste 10 kilometer en het is zo lekker inkomen en bijkomen. De snelle lopers maken hier hun winst denk ik. Je hoopt dat er geen einde aan komt maar dat gebeurt altijd toch en zo verlaten we het mooie pad, draaien naar het noordoosten en komen op een padloos deel. Het is meteen erg technisch. Het zijn de bekende graspollen, modder en gaten. Daarnaast de nodige waterdoorwadingen en het lukt me ook nu met droge voeten over te komen. Ik denk dat ik van de in totaal 100 water doorwadingen (over acht dagen) uiteindelijk maar een keer of 10 natte voeten heb gehad. Dat valt me mee. Ook hier is het wonderschoon en ook nu is het tegen beter weten in vasthouden aan de navigatie op mijn horloge. We gaan The Fisherfield in. Een van Schotlands meest afgelegen gebieden (en het gebied waaraan Shane Ohly refereerde bij de start). We dalen langs de rivierkant. Ik houd even rust, vul mijn fles, eet en drink. Via een onduidelijk pad kom ik bij een kruispunt voor Loch aan Nid (249 m). Ik loop door en uiteindelijk kom ik op een stuk langs de rivier. Het is hier weer tweesporig en het loopt heerlijk. Ik laad mijn horloge op en geniet van de omgeving. Fred Coppens haalt mij in en stopt. We kletsen en lopen een paar minuten samen. Ik heb diep respect voor hem (en aan de andere kant is hij volgens mij knettergek) want hij loopt hier met een gekneusde vinger en neemt alle risico's. Nu is Fred echt wel een "tough cookie" en een zeer ervaren multi stage racer maar dan toch. Een gekneusde vinger en dan hier nog steeds lopen. We nemen afscheid en zeggen toe elkaar weer vanavond in het kamp te treffen. Heerlijk om dat tegen elkaar te zeggen. Ik loop door en beklim de An Teallach via een zigzaggend pad. Het is op de top wonderschoon (zoals op zoveel plekken hier) en ik geniet van het uitzicht op 409 meter Afdalen naar de controlepost langs de kant van de weg. Ook hier weer alleen maar vrolijke mensen. Wat doen ze dat toch goed. Wat een ontzettend leuke en ontspannen sfeer. Ik geniet er echt van en heb het naar mijn zin. Ik neem mijn proteïnen en eet mijn worst. Het blijft me verbazen hoe goed dat werkt die proteïnen. Ik ga de volgende heuvel op naar de top van de heuvel (413m). Er is een pad en voor de derde keer maak ik een navigatiefout. Ik heb voor mij een loper en achter mij een loper. We zoeken alle drie naar het goede pad en volstrekt onlogisch geeft het navigatiesysteem aan dat ik van het pad af moet. Mijn back-up navigatie redt me. Ik zoom uit en zie waar ik naartoe moet. Via het open veld lopen we gedrieën naar de plek waar we moeten zijn. Blijkt dat daar een hek is waar je doorheen moet. Tja, moet je maar net weten... Daarna is het, het zigzag pad volgen naar het dal. Dat is een ruig pad en vraagt nog steeds om concentratie. Ik heb dan al zicht op het kamp en het ligt nog steeds erg ver weg. Ik moet tenslotte nog 400 meter dalen en dat gaat sterk bergaf. Ik kom bergoplopend een aantal vrijwilligers tegen die op gymschoenen de berg op gaan. Gek zijn ze die Britten.... Ik kom in het kamp aan (goed gelegen naast het kerkhof) en ik ben mooi op tijd. Ik heb er weer een dag op zitten en het gaat goed. Nog twee dagen houd ik mijzelf voor (want de laatste dag tel ik niet. Al moet ik kruipen, maar die laatste dag zal ik in elk geval halen). Het kamp is goed opgezet en ook nu is de volgorde volgens het vaste systeem. Wat mij altijd gemengde gevoelens geeft is het zicht op het aantal tassen van de lopers die nog liggen te wachten. Aan de ene kant fijn dat ik niet de laatste ben en aan de andere kant meteen het gevoel "als zij het maar halen". Een van de vrijwilligers loopt met mij mee en met de tas. Dat is heel fijn en ik heb dan al een ijsje gekregen. Weet nog niet of ik daar blij aan ga worden want zo'n koude klomp in je maag. Maar eens voorzichtig proberen. Voor mij werkt het niet. Jammer. Ik controleer mijn voeten en het gaat goed. Heb twee kleine blaren. Niets aan doen. Lekker laten zitten. Ik pak mijn rugzak weer uit en in en maak alles in orde voor de volgende dag. Opfrissen, omkleden en het kamp in. De sfeer in de tent is goed en ook in het gehele kamp. Ik kan nog wat lunch krijgen (lekker wat extra eten). Ik geniet van de plek van dit kamp. We hebben goed zicht op de Glen naar Loch Broom en de Ben More Coigach in de verte. Het blijft me verbazen hoe mooi het hier is. Ik eet vroeg en ga weer vroeg slapen. Morgen weer een lange dag. De langste dag van de gehele wedstijd. Ik heb van Karen en anderen weer trailmail en dat doet me goed. Dag 6 – 25 mei 2018 Inverbroom naar Inchnadamph: "Into Assynt! Escalating commitment" (72 km. 1.400 hoogtemeters, 13 uur onderweg, 81e plaats) The Longest Day Ik heb (eigenlijk zoals elke nacht) onrustig geslapen. Gelukkig werd ik deze nacht niet wakker van de kou, want koud kan het hier zijn. Vandaag weer een spannende dag. Vandaag is de langste dag. Niet al te veel hoogtemeters maar dan zijn en blijven het 72 kilometers. Ik heb een gezonde spanning en zie er naar uit van start te gaan. Na het aankleden opruimen, ontbijten, tas inleveren en ben ik er klaar voor. Om 07.00 vertrek ik met een flinke groep anderen. De start is relaxed. We worden door een flinke groep vrijwilligers uitgezwaaid en lopen via een asfalt weg naar de eerste berg. Daarna gaat het over in een bospad dat al slingerend de berg op gaat. We lopen tussen de bomen en dit gravelpad is goed te belopen. Ook vandaag gaat het pad over in enkelspoor en daarna verdwijnt het volledig op zo'n 500 meter hoogte, terwijl de route de hellingen van Meall Dubh passeerde. De volgende 8 kilometer komen mij inmiddels bekend voor. Het is vooral over graspollen rennen en hopen dat je je niet verstapt, want voor je het weet sta je tot de enkels (of dieper) in het water). Er zijn ook weer de nodige waterdoorwadingen en het is mooi nevelig. Het is een rustgevende omgeving. We gaan heuvel af en ik doe het rustig aan. Het is niet goed in te schatten waar je de voeten moet zetten. Er zijn erbij die vol gas de heuvel af gaan. Ik vind het knap. Ze zullen het wel gewend zijn en ik herinner mij de uitspraak van Christopher: "w've got nothing else". We komen in het dal uit. Veel, heel veel water en opeens een verlaten en vervallen boerderij. Ik vraag andere lopers een foto te maken en we kletsen wat. Daarna gaan we allemaal weer door en moeten we onze eigen weg zien te vinden zonder te veel af te wijken van de aangegeven route. Als ik het pad bij Loch aan Daimh bereik, ben ik blij dat ik weer op een effen oppervlak kan zijn. Mijn spieren kunnen zich hier ontspannen en mijn belaste enkels bijkomen. De kilometers hierna is de weg heerlijk om te volgen. Het gaat maar door op dit dubbelspoor pad (en zelfs een stukje asfalt). Ik schat dat dit met gemak meer dan 30 kilometer zo doorgaat. De route voert ons naar de heuvels van Assynt in het noorden, waar ook ons volgende kamp is. Ik zie uit naar het volgende checkpoint want daar wil ik stoppen voor de "lunch". Ik volg de rivier de Einig tot de controlepost aan de Oykel-brug en ik zou nu op de helft van de dag moeten zijn. Het checkpoint ligt hier heel goed. Er is een hotel bij. Wil je eten of drinken? Ga je gang. Ik maak er geen gebruik van. Ik vervolg de route en het is inmiddels al flink warm en er is nauwelijks schaduw. Ik ga snel. Misschien wel te snel. Het is inmiddels heel warm en ik heb het gas er goed op. Na verloop van tijd word ik licht in mijn hoofd. Tijd om even te stoppen en te doen wat ik normaal doe in deze "lunchpauze" van een minuut of 3. Zitten, proteïne gebruiken, worst pakken en vandaag ook nog wat wraps eten. Het smaakt goed en zoals elke dag voel ik mij direct beter. Op mijn navigatie zie ik dat we een heuvel op gaan maar de weg niet volgen. Zo loop ik door het hoge gras de heuvel op. Het is een stevige maar korte klim en uiteindelijk kom ik op de weg uit die de heuvel volgt. Ik heb twijfel of de aangegeven route nu wel zoveel beter was dan een beetje omlopen via de oorspronkelijke (en verharde) weg. Ik loop kilometers over de gravelweg en dat gaat lekker. Er is zelfs een stukje asfalt bij het mooie Loch Ailish en dan is er nog een kilometer of 10 te gaan en heb ik al zicht op de ruige heuvels van Assynt die voor ons opdoemen en die we over moeten om uit te komen in Inchnadamph waar ons kamp is. Asfalt gaat over in een onhandig enkelspoor pad. Het is weer "breek je enkel"-dag maar dat is altijd nog beter dan "er is helemaal geen pad"-dag die daarop volgt. Ik stop even om te kijken of ik het goed zie want ik kan het maar moeilijk geloven. Ik sta hier tegen een paar enorme heuvels aan te kijken en mijn navigatiesysteem zegt dat ik rechtdoor moet. Nog eens kijken en een pad proberen te ontdekken. Dat is er niet. Nou, dan weer de ene voet voor de andere en bekijken waar we uitkomen. Het is modderig en de heuvels rollen over elkaar heen. We klimmen naar een 500 meter hoogte en het gaat goed. Ik merk dat ik me echt moet inspannen maar ik heb nog steeds voldoende kracht. Het is hier wel goed uitkijken want er is ook veel modder. Zo maak ik een misstap, zak tot aan mijn knie weg in de blub, probeer mijzelf eruit te duwen en val achterover. Nu zit ik van voet tot kruin onder de modder. Wat later kan ik in een riviertje zitten en mij schoonspoelen.... Bovenop de heuvel is er een soort van enorm amfitheater van afgelegen bergtoppen. Het is de bron van de rivier Oykel die we al heel lang volgen. Het is ook hier erg mooi. De rotsen van Conival en Ben More Assynt doemen groot boven mij uit en ik klim stijl naar meer dan 500m hoogte. De navigatie geeft goed aan wat te doen en ik probeer sporen te vinden die ik kan volgen. Zo vind ik een klein spoor dat de goede kant op gaat. De navigatie en het spoor sluiten goed aan waardoor ik op hoogte blijf. Dan weet ik mij ook nog te herinneren dat dat de bedoeling was, want we moeten wegblijven van de klif en toen ik eens goed in die kloof had gekeken wist ik ook wel waarom. Het gaat recht naar beneden.... Ik kan me er alles bij voorstellen waarom het ook hier uren duurt voordat je kunt worden opgehaald bij een ongeval. Ik zou hier ook niet willen zijn met regen, mist of onweer. Uiteindelijk moet ik dalen en moet dan toch de kloof in. Op zoek naar een slimme plek en die is er eigenlijk niet. Zo probeer ik al glijdend met het grind mee de heuvel af te komen en gesteund (en worstelend) met mijn stokken lukt het ook nog. Onderaan is er dan weer een spoor dat ik kan volgen. Ik stop hier enkele keren. Het is onwaarschijnlijk mooi en het is zonde om er voorbij te rennen. Stoppen dus en mentale en digitale foto's maken. Het is nog steeds heel erg warm ondanks dat we al richting de avond gaan. Fijn om dan te weten dat het einde nadert en al helemaal omdat mijn water op is. Ik kan dan al de toppen van Quinag aan de andere kant van Loch Assynt zien. Ik loop zo snel ik kan want ik heb wel genoeg zon voor een dag gehad. Ook vandaag kom ik vrijwilligers tegen die uit het kamp de berg op rennen en ze stoppen allemaal voor een praatje. Uiteindelijk zie ik het kamp. Door het geslinger van het pad heb ik geen idee meer waar ik moet zijn maar ik weet wel dat het kamp dichterbij komt. De ontvangst is weer erg goed en ik was al in een goed humeur maar hier word ik erg vrolijk van. In de tent is het als altijd werken met mijn uit- en inpak "systeem". Met een waanzinnig goed gevoel eet ik. Vandaag de langste dag gehad. Nog 100 kilometer te gaan. Zou het er dan toch inzitten? Dag 7 – 26 mei 2018 Inchnadamph naar Kinlochbervie: "Beyond Assynt! Spectacular and remote landscapes" (61 kilometer. 1.600 hoogtemeters, 12.33 onderweg, 65e plaats) Summits and sea lochs Vandaag is de afstand iets korter dan gisteren maar het scheelt niet veel. Ook het aantal meters te stijgen valt mee en dus dacht mijn hoofd dat de gehele dag wel mee zou vallen. Heel dom. Nooit zo denken want deze dag typeer ik achteraf als een "zinloze dag". Opstaan en aan de slag. Nog steeds geen tape plakken maar wel voorzichtig zijn met mijn rechter achilles. Die is niet ontstoken maar wel geïrriteerd. De "omgeving" van de achilles is wel flink gezwollen. Maar eens goed in de gaten houden. Aankleden, ontbijten en melden. Ook vandaag de uitrusting controle (net als elke dag) en elke keer is het toch weer vervelend, want ik moet meestal in het veel te kleine vakje onderop mijn rugzak zijn. Daar heb ik namelijk alle spullen in gepropt die ik niet wil gebruiken zoals mijn bivakzak, mijn extra trui en mijn kompas. Op pad dus en om 07.00 ben ik weg. Als ik deze dag doorkom, dan moet het toch mogelijk zijn om.... Dag 7 begint met een klim van een kilometer of 6 tot de top op 600 m hoogte tussen de toppen van Glas Bheinn en Ben Uidhe. Daarna is het een paar kilometer dalen via een ruig pad naar Glen Coul van waar we uitzicht hebben op de Chual-waterval. Van de waterval is niet heel veel over na deze droge dagen en voor ik het goed en wel in de gaten heb, ben ik er voorbij. De 12 kilometer erna lopen we langs de fjord-achtige inhammen van zee lochs via een verrassend goed pad voor zo'n afgelegen gebied. Het tempo ligt daardoor best hoog. Daarna klim ik naar de Ben Dreavie (510 m) en ben dan ongeveer halverwege. Daar loop ik echt over de top van de berg (en niet zoals meestal deze week de passen tussen de toppen door) en ik geniet van het uitzicht. Toen we de start bij Inchnadamph verlieten, werden we gewaarschuwd dat er een risico op een "strike" of zelfs diskwalificatie zou zijn als we niet de exacte route van de top zouden volgen. Dit was vooral om veiligheidsredenen, omdat we een kortere route over de steile kliffen op de noordkant van de berg erg gevaarlijk is. De afdaling was zonder pad over ontzettend onbegaanbaar terrein en ik blijf dan ook nu maar weer de rechte paarse lijn volgen. Het voelt alsof dit de kortste route uit dit "gedoe" is. De route leidt mij rond Ben Stack naar een brug bij Lockstack Lodge waar we worden begroet door de vrijwilligers van de organisatie die bij checkpoint 1 op ons wachten en onze barcode scannen. Tijd voor mijn proteïnen. Heerlijk. Daarna gaat het weer een kilometer of 15 door over een niet te belopen ondergrond. Dit is mijn slechtste stuk om te lopen. Het pad gaat langs de rand van het loch. Ik loop over de afgesleten grond en over de wortels van de struiken. Ik glibber en glij en ben echt aan het vechten met het pad. Er komt ook maar geen eind aan en ook mijn audioboek houdt er mee op. Ik ben er wel een beetje klaar mee. Ik besluit dan ook te stoppen. Ik ga een tijdje zitten, start een muziekje, geniet van het uitzicht, eet wat, drink wat, neem extra stukjes worst en ben er dan weer klaar voor. En wonder wonder, het gaat weer. Ik heb er weer zin in en heb "de juiste frequentie" gevonden. Het terrein en ik werken weer samen. Het pad verbetert als ik in de buurt van Checkpoint 2 bij Rhiconich kom. Ik ben dan al de nodige dagtoeristen tegengekomen (die aan of in de rivier zitten en genieten van de dag). Ook nu een vrolijk supportteam dat mij nadrukkelijk wijst op de kroeg waar ik langs loop. Die sla ik over maar maak wel gebruik van het openbaar toilet om mijn flessen met vers water te vullen. Nog 7 kilometer over asfalt weg en tja, dit is natuurlijk wel mijn soort terrein. Hup, het gas erop ondanks de hitte, want heet is het nog steeds en het asfalt reflecteert de hitte. Na 2 kilometer heel even zitten en mijn schoenen goed doen en dan weer door. Ik luister zo geconcentreerd als mogelijk naar de muziek en ik laat me alleen afleiden door de bewoners die langsrijden en claxonneren en duimpjes omhoogsteken. Ik ben er bijna en het doet me wat. Ik ga dit halen. Ik ga de Cape Wrath Ultra volbrengen, want ik weet dat ik morgen ga halen. Wie had dat gedacht? Gehoopt, oké maar gedacht. Met een zeearm aan de ene kant en aan de andere kant landerijen, kom ik in Kinlochbervie vanuit het zuiden over de enige weg die hier loopt. Uiteindelijk bereik ik de top van de heuvel en wordt beloond met een hert dat op de heuvel langs de weg rustig naar het voorbijkomende verkeer staat te kijken. Ook al ben ik nog maar een paar honderd meter van de finish, ik stop om het in mij op te nemen. Via de steile en bochtige afdaling kom ik bij de finish aan; het dorpshuis van Kinlochbervie. Het kamp ligt achter het dorpshuis aan de rand van een meer. Ik meld me, lever de tracker in, kan mij niet meer oriënteren waar nu wat is (door het dorpshuis, naar de achterzijde voor eten en dan weer naar de voorzijde om...ik weet het allemaal niet meer). Mijn tas wordt weer weggebracht en in de tent durf ik eindelijk uit te spreken dat ik er in geloof dat ik het ga halen. Al het water onderweg heeft mijn voeten geen goed gedaan. Ik heb last van de doorweekte en verrimpelde huid. Inmiddels heb ik in totaal 3 blaren en mijn achilles heeft even geen zin. Aan mijn voeten niets doen. Afblijven en goed laten drogen (geleerd bij de Spine race). Morgen verder zien of er zorg nodig is. Ik ben lekker moe. Ik merk dat ik mij warm moet aankleden en heb slaap. Eerst maar eens goed eten en te genieten van de sfeer in het kamp. Veel blije gezichten. Veel hinkende lopers en veel mensen die erin geloven dat ze de finish morgen gaan halen. Tijd om te slapen. Tijd om mij geestelijk voor te bereiden op die vreemde dag morgen, want ik weet wat er gebeurt als ik over de finish kom: wat fijn om er te zijn, wat balen dat het voorbij is. Dag 8 – 27 mei 2018 Kinlochbervie naar Cape Wrath: "Sandwood Bay! The North Atlantic" (26 kilometer, 700 hoogtemeters en finish!, 5.08 onderweg, 80e plaats) To The Edge of The World Het is de laatse dag en de laatste keer om zo vroeg op te staan. De laatste keer om de tas in te pakken en de laatste keer om klaar te maken voor de start. Mijn voeten zijn goed opgedroogd en de drie blaren negeer ik. Deze voeten hebben mij deze week al heel erg ver gebracht. Ze laten me nu ook niet meer in de steek. Ik sta bijtijds te wachten voor de veel te kleine keuken en ik laat mij het ontbijt goed smaken. De zon doet al goed haar best, maar wat maakt het uit, nog 27 kilometer te gaan en dan zijn we er. Voor zeven uur sta ik klaar. De laatste keer lever ik mijn tas in, de laatste keer inspectie, de laatste keer de klomp van een tracker in mijn rugzak. Ik schud ook de laatste keer de hand van Shane en zeg hem gedag tot in Cape Wrath. We gaan het dorp uit en volgen de verharde weg. Daar is na een kilometer of zes het enige checkpoint van vandaag en de vrijwilligers doen een dansje en zingen als je eraan komt. Wat zullen deze mensen moe zijn na zo'n week. Ze staan tenslotte eerder op dan de lopers en liggen ook nog eens later in bed. Wie heeft hier nu de meeste energie? Daarna via een gravelpad richting de oceaan. De ruige kustlijn wordt zichtbaar. In mijn hoofd lopen we langs/over het strand naar de finish maar dat is niet waar. We lopen een kilometer over het strand en daar moet ik alle energie geven. Het is zwaar lopen over het mulle zand. Daarna de heuvels weer in. En wat voor een heuvels.... De tweede 13 kilometer van de route is een stuk lastiger dan de eerste 13 kilometer. Vanaf het strand is het klimmend de heuvel op. Daarna gaat het tot het einde heuvel op en heuvel af en dat merendeels zonder pad. Het is best hard werken maar het gaat goed. Lopen met stokken is nu echt een enorm voordeel. Ik stop op het hoogste punt van de 3e heuvel om wat te eten en ga dan weer verder. Bij een van de rivieren is het goed uitkijken. Geen pad, dus eigen route bepalen en alle manieren om beneden te komen zijn met risico. Ook nu is het glijden met de losse stenen mee. Het gaat gelukkig goed. Zo'n 10 kilometer voor de finish kun je de vuurtoren van Cape Wrath zien staan. Telkens als ik op de top van de heuvel ben, dan komt hij weer in zicht. Uiteindelijk kom ik op een "hoogvlakte" uit waar je de toren echt goed kunt zien. Tot mijn verbazing kom ik een man met zijn ezel tegen. Later hoor ik dat de ezel Martin heet en al sinds drie dagen onderweg is van het vaste land naar de vuurtoren. Martin is nogal eigenwijs en heeft helemaal geen haast. Niet vreemd dat hij dan maar zeven kilometer per dag loopt. Nog een paar kilometer en dan ben ik er. Ik kom op de verharde weg de eerste bus met lopers al tegen. Zij zijn al gefinished en worden naar de rivierovergang gebracht. Ik pers er nog maar eens een mooi loopje uit en via de gravelweg loop ik rond de laatste heuvel. Ik heb niemand voor mij en niemand achter mij en heb nu vol zicht op de vuurtoren. Nog een paar honderd meter en dan ben ik er. De vrijwilligers bij de finisch zien mij aankomen. Aplplaus, gejoel, een sprintje en dan, dan ben ik finisher in de Cape Wrath Ultra. Gelukt. 400 kilometer lopen in acht dagen. Wat mijn eerdere ervaringen waren, klopt nu ook weer. Wat ben ik blij en droevig tegelijkertijd. Maar ik ben vooral blij!!!! Ik wil Karen bellen maar er is hier geen bereik. Balen maar ook niet heel vreemd. We zitten hier aan het einde van de wereld. Ik krijg een zitplaatsnummer voor in de bus. Ik loop door voor de finish foto en daarna begint het grote wachten. Dan maak ik mijn voorlopig laatste fout. Mij wordt gevraagd of ik nu met de bus mee wil. Eerst maar eens een kop thee en weg is de bus. Dom, want daarna moet ik twee uur wachten. Overigens is dat wachten erg gezellig want uiteindelijk zitten we met een man of 20 in de zon te kletsen. Maar ja, twee uur zittend op het beton in de wind. Het is maar goed dat ik naar de waarschuwingen heb geluisterd en extra warme kleding heb meegenomen. Het is een uiterst langzame busreis over een zeer ruig rotsachtig pad naar de Kyle of Durness, in een vieze en stinkende bus. Maar ja, altijd nog beter dan lopen.... We komen aan bij de haven en het duurt een flinke tijd voor het kleine bootje naar ons toe komt. Daarna moet hij wachten tot het water stijgt, want anders kan hij niet bij de kant komen; zo laag staat het water. Het gevolg is ook dat we in kleine groepjes over worden gebracht en al met al duurt dit ook heel erg lang en wordt er niet warmer op. Aan de overkant in de bus en na een minuut of drie komen we aan op de camping in Durness. Nu zijn we echt terug in de bewoonde wereld. We feliciteren elkaar in onze tent. Uiteindelijk hebben 4 lopers uit onze tent de gehele tocht gedaan. Tijd om te douchen en ze hebben hier warme douches. Wat een feest. Ik moet me echt driemaal wassen om uiteindelijk geen modder meer te zien en wat een feest om schone kleren aan te trekken. Je wordt er een ander mens van. Bij het vertrek uit Fort William heb ik mijn boodschappenkarretje ingeleverd en die zou ik vandaag terugkrijgen. Toch maar eens navragen en ja hoor! Het karretje is er nog. Dat is nog eens je woord nakomen. Tijd om te eten en ook nu kan dat gewoon in de keuken. We maken de foto waarop iedereen aan de kant van de klif staat en dan breekt het moment aan om naar het diner te gaan. Met een bus worden we weggebracht en ook hier alles goed geregeld. Een goed buffet en de prijsuitreiking. Ze doen dat hier goed. Alle finishers worden stuk voor stuk naar voren geroepen. Zo krijgt finisher 110 (de laatste) hetzelfde applaus als de uiteindelijke winnaar. Erg goed over nagedacht, want bij veel wedstrijden is er alleen aandacht voor de nummer 1,2 en 3. Ook ik, als nummer 84 krijg applaus en voel me even kampioen. Het was mij nooit om de medaille te doen, maar nu ik hem toch heb!!! Na het dessert weer in de bus en naar de tent. Het is tijd om te slapen. Het zit erop en ik kan mijn blijdschap nauwelijks beschrijven. Ik ben enorm trots dat dit is gelukt. I did it, I did the Cape Wrath Ultra. Dag 9 – 28 mei 2018 Cape Wrath naar Glasgow Time to go Ik word vroeg wakker en ik wil weg. Ik wil naar huis. Ik pak mijn spullen in en laat ook veel achter. Er zijn veel spullen die ik niet meer zal gebruiken zoals mijn dikke luchtbed. Het spijt me zeer en ik was er 9 nachten blij mee maar thuis heeft het geen functie. Helaas gaat het met het vuil mee. We ontbijten voor de laatste keer en wachten dan op de bussen. Ik heb bij de inspectie (voor de race) al aangegeven dat ik naar Inverness wil en niet naar Fort William. Dit omdat de bus eerder in inverness aankomt dan in Fort William en omdat er meer treinen vanuit inverness naar Glasgow gaan. Het scheelt me uren. Dat verklaart overigens ook waarom ik al mijn spullen in mijn tas wilde meenemen. Ik hoefde dan niet terug naar Fort William en dat pakt dus nu goed uit. De bussen komen en we nemen als Nederlandse renners afscheid. Ik zit, ik dagdroom en ik neem een beetje afscheid van Schotland. De rit duurt uren en ik geniet na. Daarentegen wil ik niet zitten, ik wil lopen. Ik ben dan ook ontzettend blij als we in Inverness aankomen. Met mijn karretje en mijn tas snel een kaartje halen en zo kom ik Fred weer tegen. We gaan even ieder onze weg want hij gaat koffiedrinken en ik ga naar de supermarkt eten halen. Dat is nog een heel gedoe met die tas maar het lukt. Veel te veel eten meegenomen en in een overvolle trein opeten. Fred en ik reizen een stuk samen. Hij moet door naar Edinburgh en ik moet in Perth overstappen. De trein rijdt veel te langzaam blijkt al snel. Daardoor mis ik mijn aansluiting. Ik heb geen haast en ben des te blijer met mijn keuze om naar Inverness te reizen want nu zijn er meer treinen waar ik mee kan reizen. Fred en ik nemen afscheid en in Perth rennen naar de trein. Helaas te weinig tijd om foto's te maken van de Flying Scotsman. Balen maar desondanks leuk om die trein te zien. In een "sprinter" naar Glasgow. In Glasgow uitstappen en door het centrum op zoek naar mijn hotel. Ik word vriendelijk ontvangen in het hotel, fris me op en ga het centrum in. Ik loop via het busstation waar ik morgen mee naar het vliegveld ga. Daarna een heel dikke pizza halen, biertjes erbij en naar mijn kamer. Daar is de lucht niet meer te harden. Ik had voor vertrek mijn waszak uitgepakt met de hoop dat de was nog een beetje zou drogen. Wat een stank. Ik kijk wat tv, eet, WhatsApp met Karen. Morgen weer vroeg op. Tijd om echt naar huis te gaan. Lessens learned en tips and trics Koop de GPS kaarten bij TalkyToaster. Super gedetailleerd. Zelfs op de Garmin Fenix 5X. de hoogtelijnen werken echt en de details zorgen ervoor dat je echt altijd weet waar je bent. Gebruik een gps-systeem en volg stug de aangegeven route! Ook al is er geen pad, volg de paarse lijn!!!! Dan loop je de juiste weg. De Garmin Fenix 5x is het ultieme horloge voor deze wedstrijd. Wat ene genot om telkens op je pols de kaart te kunne zien. Wel zorgen voor een tweede GPS systeem (in mijn geval de Garmin Oregon 600) om bij twijfel te kunnen uit- en inzoomen. Koop de nootjes van Levenslust (www.levenslust.nl). De smaken zijn verrassend en ze geven energie. Daardoor keek ik ernaar uit om te eten en bleef ik weg van zoete gels. Draag dubbele sokken. Ik gebruik de dubbele sokken van "1000 mile socks" en dan toch nog een paar extra eroverheen. Het gaf me gedurende de dag erg veel comfort. Ik heb nooit brandende voeten gehad. Heel af en toe moest ik mijn sokken corrigeren omdat er toch nog een plooi in kwam. De allerbeste keuze die ik heb gemaakt zijn de Boreal Drom schoenen. Ze passen mij perfect en door de harde zool heb ik geen steen gevoeld. Het effect is eindelijk eens een keer geen beurse voeten en als gevolg daarvan geen blaren. Als je meer dan 20 kilo meeneemt, neem dan het overschot op dag 1 mee en stop het na aankomst in je tas. Na dag 1 wordt de tas niet meer gewogen. De accupacks van Karman zijn de allerbeste. Ik heb de 8 dagen mijn horloge kunnen opladen met het kleinste accupak. Thuis aangekomen was ik vergeten dat kleine pack uit mijn rugzak te halen. Mee in de emmer met sop. Stom. Buiten laten drogen. Kabel aansluiten en....het werkt nog steeds. Ik had de kleinste en de grootste versie gekocht. Maak dagpakken. Zorg dat je nooit hoeft na te denken over wat je de volgende dag meeneemt. Dat geldt niet alleen voor het eten maar ook voor batterijen en hoogtekaartjes. Maak hoogtekaartjes. Het gaf mij een goed gevoel dat ik wist welke hoogtes ik over moest en kon zo het aantal pieken aftellen. Zorg voor schone sokken elke dag. Dat comfort heb je nodig. Wat je ook doet en waar je ook op bespaart; voor elke dag schone sokken. Neem altijd alle verplichte spullen mee. Ze doen dat hier met recht en reden want je zit echt heel afgelegen. De kitcheck is er elke dag en dan ook echt elke dag. Mijn plastic klompen werkten perfect. Gekocht bij de Welkoop. Kosten een tientje. Het ziet er niet uit maar werkt in het hoge gras perfect. De nachten zijn best fris. Zorg voor een pyjama of in elk geval voldoende nachtkleding. Ik sliep in mijn Skins AS400 recovery broek met een hardloopshirt met lange mouwen. Dat was af en toe "op het randje". De zon kan verraderlijk zijn. Ook deze keer bracht P20 zonnebrandcrème de redding. Wat een perfect goedje is dat toch. Mijn vibram z-gamma zolen deden het ook hier perfect. Ook deze keer ook onder water voldoende grip. Ik ben zelden of nooit uitgegleden en als je weet dat elke stap raak is, dan helpt dat. Dank voor mijn schoenmaker uit Bennekom die, zoals gewoonlijk, de zolen perfect verlijmde. Helaas zijn de zolen na 1 week al versleten. Zegt ook iets over het terrein. Neem een goede camera mee. Er is veel te fotograferen. Het boek van Mark Siccon werkt (primal endurance). Zijn voedingswijze en trainingsadvies hebben mij zeer geholpen! Neem op de laatste dag warme kleding mee. Je moet lang wachten op de bus en je koelt echt af. Lessens learned. Tips and trics Buy the GPS maps at TalkyToaster. Super detailed. Even on the Garmin Fenix 5X. the altitude lines really work and the details ensure that you always know where you are. Use a GPS system and follow the indicated route firmly! Even though there is no path, follow the purple line !!!! Then you walk the right way. The Garmin Fenix 5x is the ultimate watch for this competition. What a pleasure to see the card on your wrist every time. Use a second GPS system (in my case the Garmin Oregon 600) to be able to zoom in and out when in doubt. Buy the nuts from Levenslust (www.levenslust.nl). The flavors are surprising and they give energy. That's why I looked forward to eating and I stayed away from gels. Wear double socks. I use the double socks of "1000 mile socks" and then a few extras over it. It gave me a lot of comfort during the day. I have never had burning feet. Very occasionally I had to correct my socks because there was still a fold. The best choice I made are the Boreal Drom shoes. They fit me perfectly and I have not felt a stone; thanks to the hard sole. The effect is I have no bruised feet and as a result no blisters. If you bring more than 20 kilos, take the surplus on day 1 in you rucksack and put it in your bag after arrival. After day 1, the bag is no longer weighed. The battery packs from Karman are the best. I have been able to charge my watch in 8 days with the smallest battery pack. When I arrived home, I forgot to take that small pack out of my backpack and put it in a bucket with soap. Stupid. Allowed it to dry outside. Connect cable and ... .it still works. I bought the smallest and the largest version. Make day packs. It makes sure you never have to think about what you take with you the next day. This applies not only to food but also to batteries and height charts. Make your own height charts. It gave me a good feeling that I knew which heights I had to cover and could count down the number of peaks. Take care you have clean socks every day. You need that comfort. Whatever you do and what you save on; clean socks for every day. Always take all mandatory items with you. There is a kitcheck everyday and I mean everyday. My plastic clogs worked perfectly. Bought at the Welkoop. Costs a tenner. It does not look good but works perfectly in the high (wet) grass. The nights are pretty cold. Care for pajamas or at least enough nightwear. I slept in my Skins AS400 recovery pants with a running shirt with long sleeves. That was occasionally "on the edge". The sun can be treacherous. This time too P20 sunscreen brought the rescue. My vibram z-gamma soles did perfectly well here. This time also enough grip under water. I have rarely or never slipped and if you know that every step is "spot on", that helps. Unfortunately, the soles are already worn after 1 week. Also says something about the terrain. Take a good camera with you. There is a lot to photograph. The book by Mark Siccon works (primal endurance). His diet and training advice helped me a lot! Take warm clothing on the last day. You have to wait a long time for the bus and you really cool down

Wedstrijdindeling:

Day 1 - Sunday 20th May. Fort William to Glenfinnan. Afstand 37 km en 500 hoogtemeters Day 2 - Monday 21st May. Glenfinnan to Kinloch Hourn. Afstand 57 km en 1.800 hoogtemeters Day 3 - Tuesday 22nd May. Kinloch Hourn to Achnashellach. Afstand 68 km en 2.400 hoogtemeters (blijkt de zwaarste dag te zijn) Day 4 - Wednesday 23rd May. Achnashellach to Kinlochewe. Afstand 35 km en 1.400 hoogtemeters. Day 5 - Thursday 24th May. Kinlochewe to Inverbroom. Afstand 44 km en 1.400 hoogtemeters Day 6 - Friday 25th May. Inverbroom to Inchnadamph. Afstand 72 km en 1.400 hoogtemeters Day 7 - Saturday 26th May. Inchnadamph to Kinlochbervie. Afstand 61 kilometer en 1.600 hoogtemeters Day 8 - Sunday 27th May. Kinlochbervie to Cape Wrath. Afstand 26 kilometer, 700 hoogtemeters en finish!

I