www. penzen.nl

UTMB - CCC wedstrijdverslag

Vrijdag 26 augustus Courmayeur Het is zover. Na maanden van voorbereiden is de dag daar. Over 3 uurtjes ga ik van start in de UTMB-CCC. 101 kilometers wachten op mij. Het was een onrustige nacht. In mijn slaap ben ik al tenminste 10 keer over de finish gegaan en zeker al 30 bergen beklommen. In mijn dromen klopt het dus allemaal, nu alleen nog doen. Op Karen wacht ook een heel lange dag (en nacht). Zij is mijn “accompanying person” tijdens de wedstrijd. Er zijn 3 punten waar ik haar georganiseerd kan treffen. Dat is na 55, 72 en 83 kilometer. Daarnaast natuurlijk bij de finish. Zolang ik onderweg ben, is Karen dus ook onderweg en dat betekent dat ook zij tot tenminste morgen 12 uur wakker zal zijn. Om halfnegen gaan we naar de start net buiten het centrum. Karen neemt haar plaats langs het parcours in, zodat zij mij later voorbij kan zien lopen. Zoals dat gaat bij dit soort wedstrijden, gaat het er erg gemoedelijk aan toe. Er zijn 3 startvakken die elk een kwartier na elkaar starten. In het startvlak is het een beetje kletsen, foto’s maken, gespannen zijn en met elkaar aftellen. Familie en vrienden van de lopers staan langs de kant van het startvak en iedereen wacht rustig op de start. Om 09.00 gaat de eerste groep weg met meteen het gas er vol op. Wij schuiven allen naar voren net voor de startlijn en een kwartier later zijn wij aan de beurt. Hier hetzelfde…meteen het gas vol open. Ik loop mijn eigen tempo, stop om Karen een laatste kus te geven en dan ben ik echt onderweg. Ik heb mijn GoPro camera bij mij en neem mij voor foto’s en filmpjes te maken onderweg. Dat is maar ten dele gelukt. Uiteindelijk wint de vermoeidheid het van de behoefte om foto’s en films te maken. Bij de start lukt het nog. Via het centrum gaan we de heuvels in. De eerste paar kilometer via asfalt en dan wordt het een breed bospad, een smal bospad en uiteindelijk een geitenpaadje. Wat ik al wist uit eerdere verslagen van de CCC is dat het vanaf dat moment “file lopen” is. Dat klopt. Je loopt heel dicht op elkaar want je kunt nauwelijks inhalen. Het is af en toe gevaarlijk omdat er altijd wel iemand is die met zijn stok niet goed prikt en die zwaait vervolgens gevaarlijk naar achteren. Zo heb ik ook zelf mijn achterbuurman een paar keer in zijn bovenbeen geprikt. We komen het bos uit en gaan dan echt de bergen in. Wat ik dan zie is echt ongelooflijk en verbaast ook anderen (ik hoor de nodige “ooh’s” en “aah’s”). Er gaat een lange kolonne van mensen, als waren het mieren, de berg op. Je kunt al veel bochten zien liggen en het ziet er prachtig uit. Je kunt ook meteen zien waar je nog naartoe gaat en dat is even slikken. Het gaat echt heel erg steil omhoog. Dat was te verwachten, want tot het 1e checkpoint is het 10 kilometer en dan zijn we al 1.435 meter gestegen! Het moet dus wel steil de berg op gaan. Daarnaast is het al warm, heel erg warm. Ik ben er goed aan gewend door de week die we hier al zijn, maar desondanks is het nog steeds heel erg warm. Dat wordt nog een hele uitdaging om deze berg te beklimmen. Net als veel anderen hang ik aan mijn stokken en elke stap prik ik met mijn stok bij. Zo maak ik optimaal gebruik van handen en voeten. Het werkt, want ik kan het tempo goed volgen. Een paar uur later ben ik boven op de Tete de La Tronche en ben blij dat ik er ben. Ik voel me goed. Dat komt ook omdat ik nu weet de grootste stijging te hebben overbrugd. Boven op de berg staat een container en 2 begeleiders. Zij schenken water en wat cola. Ik laat mijn flessen bijvullen en ga vervolgens naar het volgende checkpoint; 5 kilometer verder. Het gaat bergaf en het gaat hard. Ik probeer mijn tempo goed te doseren, maar soms word je gewoon opgeduwd door anderen die nog sneller willen. Ook hier lang niet altijd de ruimte om een ander te passeren en in alle eerlijkheid heb ik er geen zin in om voor iedereen die sneller gaat dan ik te stoppen. Ik loop tenslotte dezelfde race als zij. In refuge Bertone is het een drukte van belang. Er staan een paar boerenschuren en daartussen is een ongekend druk verzorgingspunt. Er wordt water geschonken en je kunt er soep krijgen. Ik weet dat ik met deze hitte en inspanning mijn zout op pijl moet houden. Daarom heb ik altijd 1 borstfles met water en 1 borstfles met water aangevuld met een poeder om sportdrank te maken. Daarnaast neem ik nog een zouttablet en een kop soep. Het doet me goed. Ik houd kort pauze en ga op pad; op naar Refuge Bonatti. Ook nu gaat het via geitenpaadjes maar er is al wat meer spreiding in het veld. Daardoor is de druk om te worden ingehaald wat minder en dat geeft toch rust. We gaan nu vooral berg af. Daar moeten de spieren weer even aan wennen, maar dan gaat het weer. Ik loop hard waar ik dat veilig vind en waar ik er zin in heb. Vertrouw ik het niet, dan wandel ik. Het gaat mij niet overkomen dat ik uitval met een verzwikte enkel of erger. Bonatti is leuk. Hier komen namelijk de hardlopers bij de wandelaars. De UTMB is er ook als TMB. Je kunt een tocht volgen van ongeveer 160 kilometer rondom de Mont Blanc als lange afstand wandelpad. Helaas volgen veel wandelaars de route in de andere richting van de hardlopers. Het effect is dat de wandelaars meestal van het pad vluchten omdat er een groep renners op ze afkomt. Bonatti is dus leuk omdat de sfeer veel meer ontspannen is dan Bertone. Misschien omdat er al meer spreiding in het veld is. Misschien omdat er andere mensen helpen. Ik vul mijn flessen en neem een ORS. Dit is nieuw voor mij maar vorig jaar heb ik bij de Al Andalus Ultra Trail een infuus gekregen om daarmee vocht en zout aan te vullen. Tip van de dokter bij de AAUT: ORS komt dichtbij een infuus. Ik neem een ORS en het doet me goed. Ik weet dat ik dan al heel veel zout ben verloren. Het is dan ook ongelooflijk warm (meer dan 30 graden) en berg op en af rennen vraagt “best wat inspanning”. Ik eet wat crackers en neem een chia gel (aanrader). Op naar Arnouvaz. Ook nu gaat het omhoog en (vooral) omlaag. Zeker omlaag is het oppassen. De paden zijn smal en “technisch”. Er zijn veel scherpe stenen en korte bochten. Voor je het weet heb je een steen gemist. Daarnaast is soms de afstap op een pad erg groot en ook dat vraagt om concentratie. Je moet het hoofd er dus goed bijhouden. De route is prachtig. We lopen langs berghellingen, zien rivieren, oude boerderijen en veel koeien. Alles dat ik mij voorstel bij een traditioneel “Oostenrijks landschap” komt hier voorbij. Arnouvaz Ik ben extra gemotiveerd om Arnouvaz te halen omdat Karen gaat proberen daar voor mijn aankomst te zijn. Als ik er bijna ben zien we elkaar. Het is dus gelukt en ik ben heel erg blij haar te zien. We kletsen wat over de warmte en de route. Karen vertelt over haar busreis om hier te komen. Dat is zo mogelijk nog zwaarder dan over deze bergen lopen. Ze heeft er meer dan 3 uur over gedaan om hier te komen. Alleen al in Courmayeur opstappen was boeiend. Er waren gewoon geen bussen. En elke 10 minuten werd er wel gezegd dat het nog 10 minuten zou duren. Uiteindelijk duurde het bijna een uur. Karen mag niet mee de verzorgingstent in (dit is namelijk geen officiële plaats waar we elkaar mogen ontmoeten), dus ik ga alleen, vul flessen, neem soep, eet brood en zie haar dan weer buiten. Bijpraten en dan door. De volgende berg op. De 2e berg van meer dan 2.500 meter hoog. Nu zijn er 800 hoogtemeters te overwinnen en het is echt heel erg warm geworden (later blijkt meer dan 32 graden). Hier dezelfde stroom “mieren” de berg op. Voor het eerst dat de stroom als “zombies” achter elkaar aan loopt. Er wordt niet gesproken! Alle energie gaat naar het lopen en niet naar het praten. Het gaat langzaam. Ik kan het tempo goed volgen, maar neem ook 3x een korte pauze. Even het gewicht van armen en benen en ook even om je heen kijken en de natuur in je opnemen (anders heb ik alleen maar de schoenen gezien van diegene die voor mij loopt en niets van de prachtige omgeving). Ook hier is het wonderschoon en geniet ik ervan. Enkele uren later ben ik boven op de berg. Ik sta dan op de Grand col Ferret. Ik ben ontzettend blij. Niet alleen omdat ik er ben maar ook omdat hier een beetje wind staat. Er staat namelijk de gehele dag geen wind en dus ook geen verkoeling. Ik geniet even van de koelte en laat dan deze 2e 2.500 meter hoge berg achter me. De hoogste bergen heb ik dan gehad. Ik heb geen hoogteziekte gekregen en dat doet me goed want de andere 4 bergen zijn wat lager. Hier geen verzorgingspost. Wel een checkpoint. Dat is overigens op elke bergtop zo, blijkt later. Er staan altijd wel mensen van de organisatie met een scanner klaar. Het startnummer wordt gescand en meteen is daardoor jouw positie in het klassement bekend en wordt er een voorspelling gedaan van jouw volgende aankomsttijd. Diegenen waarvoor je de sms-service hebt geregeld ontvangen dan onmiddellijk een sms bericht met die informatie. Topservice! Ik ren de berg af. Het zijn wat bredere paden die steeds smaller en steeds technischer worden. Na 4 kilometer een waterpunt (bij La Peule) waar ik de flessen vul en dan door naar La Fouly. Voor mijn gevoel een belangrijk punt omdat ik er dan “een marathon” op heb zitten. La Fouly Het is berg op en af maar wel glooiend. De paden zijn ontzettend smal en vaak nogal technisch. Tempo maken gaat prima, maar inhalen of ingehaald worden is nogal risico vol. Daarnaast loop ik zo hard ik kan, maar toch schieten de kilometers niet op. Het duurt lang voordat ik in La Fouly ben. La Fouly is een Zwitsers plaatsje en het dorp staat volledig in het teken van de UTMB. Het dorp is uitgelopen om de lopers aan te moedigen, er zijn waterfonteinen gemaakt om je af te koelen en het is er gezellig. De verzorgingstent is een leuke chaos. Ik neem bouillon, vul de flessen en neem tenslotte een handje brood mee naar buiten. Het is mij te warm in de tent. Ik eet het buiten op een grasveldje op. Ik stuur Karen een sms bericht waar ik ben en ga dan verder. Daarna is het heel erg lang de rivier volgen. Het gaat glooiend op en neer over wegen en brede paden. Aansluitend berg op en weer berg af. Het gaat snel, want ik kan hier al wandelend flink tempo maken. De meeste mensen om mij heen wandelen. De echte snelle renners zijn al voor ons uit en ik zit in de groep die hardloopt en wandelt en uiteindelijk wandelt en hardloopt als de kilometers vorderen. We komen door typisch Zwitserse dorpjes en ook hier veel enthousiaste bewoners. Het doet goed. Om de een of andere reden krijg Ik opeens zin in thee. Ik weet niet waarom, maar ik heb er ontzettend zin in. Hoe het kan weet ik niet, maar binnen een half uur biedt een bewoner van een dorpje mij thee aan. Daar maak ik graag gebruik van en is het een wijze les voor de rest van de wedstrijd. Thee gaat er gedronken worden… Om in Champex-Lac te komen moeten we weer een berg op en wat voor een. Er komt geen einde aan. Het gaat maar door. Inmiddels lopen we dan al met onze hoofdlampjes op en je kunt bergop een lange stroom aan lichtjes zien gaan. Je kunt dus ook zien waar je heen gaat en daar word je niet altijd vrolijk van. Het is en blijft heel erg warm. Ik loop dan ook nog steeds in korte broek en T-shirt. Geen enkele behoefte aan meer kleding. Champex-Lac Rond een uur of 9 ben ik in Champex-lac. Karen wacht mij al buiten het dorp op en samen lopen we naar de verzorgingstent. Daar mag zij nu ook in samen met mij. Helaas blijft zij “2e rang”. Zij mag bijvoorbeeld wel voor mij eten halen, maar mag er zelf niets van eten. Ze mag de tent pas in als ik er ben (ik begrijp dat, want anders wordt het heel druk) maar moet per se via een andere entree de tent in en de tent uit. Bij alles dat zij te eten of drinken haalt wordt getoetst of het wel voor de loper is die zij begeleidt. Ik vind dat ver gaan. Ook de organisatie weet dat de begeleider dezelfde uren maakt als de loper en een beetje voeding voor de begeleider vind ik logisch. De busreis voor haar was een drama: 5 uur om van Arnouvaz naar Champex Lac te komen. 2x overstappen, veel wachten, door de Mont Blanc tunnel (op letterlijk de drukste dag van het jaar) en dan weer overstappen. Na een uur wachten en 4 uur reizen toch gelukt. Toch op tijd aangekomen in Champex. Ik ben blij dat ik Karen als begeleider heb. Ik ben er niet heel erg goed aan toe. Ik heb het heel erg warm ondanks dat het buiten al is afgekoeld en ik ben helemaal kromgetrokken van het bergbeklimmen met wandelstokken. Een gezellig gesprek zit er dan ook niet in. Karen regelt alles: de bouillon (meerdere koppen), het brood (meerdere sneetjes), pasta (veel pasta weinig saus) en thee, veel thee met veel suiker. Na een kwartiertje begin ik weer mens te worden, ontspannen de spieren wat en kom ik figuurlijk weer op adem. Buiten lig ik nog een minuut of 5 op een bed van houtsnippers en kan zo een beetje ontspannen. Ik koel dan ook meteen flink af en voordat ik ga trek ik een shirt met lange mouwen aan. Tijd om te gaan. Een zoen voor Karen en op pad. Op naar de volgende berg. Ik ben er klaar voor en ik ben blij dat het nacht is. Ik vind lopen in de nacht heerlijk en na een dag als vandaag al helemaal omdat het afkoelt. Na Champex-Lac gaat het een flink aantal kilometers glooiend door het terrein. De paden zijn breed en niet te technisch. Het is wel goed oppassen. Het is tenslotte aardedonker en al te fit ben ik ook niet meer. Ik ben dan tenslotte al 12 uur aan het sporten en heb dan al drie bergen achter de rug. We gaan bergop en hier herhaling van eerdere beklimmingen. Een lange sliert lampjes die via veel bochten de berg op gaat. Een zwijgzame colonne van lopers. Heel veel gehijg en gesteun. Veel lopers die in de bochten gaan zitten om op adem te komen. Veel getik van zwaar belaste wandelstokken. Ik stop ook nu 3 keer. Dat is elke keer maar een paar minuten, maar het geeft mij net het herstel om met voldoende krachten verder te gaan. Bergop haal ik dan ook de meeste lopers in. In La Giete weer een checkpoint boven op de berg. Prachtig gedaan. Een houten schuur met partytent. Veel lichtjes en veel gezelligheid. Daarna is het 5 kilometer de berg af en dat is geen pretje. Het is een heel technisch parcours. De stenen zijn scherp en de afstap is groot. Het is ontzettend opletten. Er is niemand die hier rent. Het is niet te doen. Overdag zou ik het al lastig vinden, laat staan zo in de nacht. Afdalen op deze manier is een ontzettende aanslag op knieën en bovenbenen. Onder andere dat maakt deze wedstrijd zo bijzonder. Bergop is het een aanslag op de kuiten en bergaf op knieën en bovenbenen. Als je dan ook nog weet dat er geen enkel pad horizontaal loopt, dan mag duidelijk zijn dat het lichaam flink wordt belast. Triënt In Triënt zie ik Karen weer na 72 kilometer en we doorlopen dezelfde routine. Zij regelt eten en drinken (nu met ORS) en ik probeer bij te komen. Het is dan inmiddels midden in de nacht (zo rond half 3) en ik voel mij beter dan bij 55 kilometer. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat er nu geen zon is. Ik kan zowaar nog een beetje kletsen en ook nu probeer ik buiten wat te rusten. Dat is niet al te gemakkelijk op het koude asfalt, maar het is nog altijd beter dan in het natte gras. We nemen weer afscheid en ik zie karen over 11 kilometer bij ons laatste officiële ontmoetingspunt. Buiten het dorp is het eerst een kilometer glooiend over een breed stenen pad en dan de berg op. Het is niet gewoon hoe steil het omhoog gaat. De rij lichtjes lijkt oneindig door te gaan en soms weet ik niet meer of ik naar een lampje of naar een ster kijk. Het houdt niet op. Ik rust enkele keren. Het is niet te doen. Ik voel mij redelijk maar wordt allengs steeds lichter in mijn hoofd. De chia gel die ik neem helpt niet. Het enige dat ik kan doen is rusten. Op de top weer een checkpoint bij Catogne en dan de berg af. Ook nu weer erg technisch en voor het eerst moet ik ook bergaf mijn rust nemen. Tijdens de rust eet ik wat noten en hoop op herstel. Dat blijft uit. Het gaat scherp naar beneden en soms zijn de bochten zo scherp dat er speciale hekken met alarmlichten zijn neergezet om te voorkomen dat lopers doorschieten en de afgrond in rennen. Het is slopend om de berg af te komen. Mijn voeten zijn al kilometers helemaal beurs maar dat maakt mij niet uit. Het zijn de grote afstappen die je moet doen op de scherpe stenen die de energie weghalen. Bergaf lijkt vaak gemakkelijk maar na 80 kilometer vraagt dat veel concentratie. Vallorcine In Vallorcine zien Karen en ik elkaar weer en ook nu soep, thee en wat brood. Op een bankje een beetje rusten en dan verder. We spreken af elkaar bij de finish weer te zien. We zijn beiden moe. Ook Karen. Zij is tenslotte nu ook al 24 uur op! Om 06.15 nemen we afscheid. Vanuit Vallorcine gaat het glooiend omhoog. In de eerste paar kilometer win ik 200 meter hoogte. Het is dan al licht en hoe het kan, kan het, maar de zon geeft meteen heel veel warmte. Tenslotte sta ik aan de voet van de laatste berg en sta te tollen op mijn benen. Ik ben duizelig en voel me echt niet goed. Ik ga zitten en probeer op adem te komen en te herstellen. Het is wat ik beleefde op de laatste berg alleen nu heftiger. Voor mijn gevoel is mijn lichaam uitgeput en in slaap. Geestelijk ben ik er wel bij, maar lichamelijk is er geen reserve meer. De vraag is wat te doen? Ik wil ontzettend graag finishen, maar ik weet ook dat ik nog 650 meter omhoog moet over 4 kilometer afstand. Daarnaast weet ik dat het moeilijk wordt om binnen de gestelde tijd te finishen. Dit maakt het extra zwaar. Daar moet ik echt mijn best voor doen. De vraag is of ik dat zonder grote risico’s ga redden. Wat als ik flauwval of niet goed wordt? Hoe kom ik dan de berg af? Wat als je echt valt op een traject met veel stenen? Wat te doen? Ik kan niet anders dan te kiezen met het hoofd en niet met het hart. Het herstel blijft te lang uit en ik besluit niet te gokken. Ik meld mij bij de verkeersregelaars die de lopers helpen de doorgaande weg over te steken en geef hen aan dat ik graag terug wil naar Vallorcine en mij terugtrek uit de wedstrijd. Zij melden mij af bij de race organisatie en vragen een passerende automobilist mij naar Valllorcine te brengen. Ik heb Karen dan al gebeld en we zijn er beiden droevig van. Ik was zo dichtbij de finish en er zit een laatste berg letterlijk in de weg. Ik wilde zo graag finishen, maar het is onverstandig door te gaan. Geen enkele medaille is het waard te gokken met mijn gezondheid. In Vallorcine stap ik in de bus en in Chamonix treffen Karen en ik elkaar. We zijn droevig, moe en koud. We hebben het over de reden waarom ik mij terugtrek en we vinden het beiden een goed besluit. Met de bus naar Courmayeur en daar onze auto ophalen. Er is geen reden meer om hier te blijven. We gaan naar de Dolomieten. Tijdens de rit daar naartoe en de dagen erna hebben we het nog heel veel over de wedstrijd en mijn terugtrekken. Het was een genot om samen met Karen deze wedstrijd te beleven. Ik was enorm blij met haar verzorging en het is heel erg fijn om tijdens zo’n lange wedstijd een bekend gezicht te zien die er voor jou is. Ik vind het nog steeds ontzettend jammer dat ik de wedstrijd niet heb afgemaakt. Aan mijn motivatie lag het niet. Ik sta nog steeds achter mijn besluit om bij kilometer 88 uit de wedstrijd te stappen. Ik ben van mening er goed aan te hebben gedaan. Dat gevoel wordt wel versterkt door het feit dat ik weer wat grenzen heb verlegd. Ik had al eerder 88 kilometer non-stop gelopen (dodenmars in België) maar nog nooit in de bergen. Ik had nog nooit 5 bergen beklommen en 5.300 stijg- en 5.100 daal meters overwonnen in 1 dag Ik had al eerder 22 uur gesport in de hitte (Grand 2 Grand in de USA) maar niet eerder in de combinatie met de hoogtemeters. Niet eerder deed ik dat overdag allemaal bij meer dan 30 graden Al met al was het een prachtig avontuur en ben ik er trots deelnemer te zijn geweest van deze wedstijd. Ik heb van de voorbereidingen en de wedstrijd genoten en ben blij het met Karen samen te hebben gedaan. Ik weet ook dat ik deze wedstrijd niet meer ga doen. Ik heb het er niet nog een keer voor over om een gehele vakantie van 3 weken in het teken van een wedstrijd van 1 dag te zetten. Ik wil dat Karen ook niet meer vragen. Wat ik wel weet is dat ik die laatste berg toch een keer over ga. Ik weet nu al dat ik de route van Vallorcine naar Chamonix een keer ga doen. Het voelt niet als “unfinished business” maar wel als het toevoegen van dat laatste stukje belevenis aan deze prachtige wedstijd. Op 27 augustus 2017 ben ik teruggegaan en heb de laatste 13 kilometer toch nog gelopen…. Lessons learned: Vorig jaar kreeg ik tijdens de Grand2Grand hoogteziekte. Daarom dit jaar voor de UTMB-CCC een week eerder vertrokken naar Italië. Appartement gehuurd op 1.400 meter hoogte en aansluitend elke dag de bergen in tot 2.600 meter hoogte. Dat heeft absoluut geholpen. ORS neem ik voortaan mee. Het helpt echt. Ik blijf het herhalen (zie ook mijn andere wedstrijden): P20 is de beste zonnebrandcrème die ik ken. Ik beveel het van harte aan. Ook deze keer weer ’s ochtend ingesmeerd, de gehele dag sporten in de volle zon (en heel veel transpireren) en geen plekje huid geïrriteerd door de zon. Het is een wonderlijk goedje Drymax sokken. Met afstand de beste sokken die ik ooit heb gehad. Ik heb met veel sokken geëxperimenteerd, maar deze zijn absolute topklasse. 88 kilometer op gelopen onder zware omstandigheden. Geen enkele blaar! Geen enkele huidirritatie! Black diamond wandelstokken. Ook deze keer veel kilometers met mijn volle gewicht op gehangen bergop. Geen piepje, geen kraakje en superlicht. Chia gels zijn goed. Veel beter dan gewone gels. Gewone gels die warm worden, smaken als een soort warme jam. Gels met Chia hebben dat ook, maar hebben ook nog een “bite” door de zaadjes en dan smaakt het toch anders. Ik kon ze in Nederland niet vinden en heb ze in Engeland gekocht. Thee is magisch. Goed voor de maag, de suiker geeft energie en het is gewoon lekker. Voor mij een echte “eye opener”. Als je kunt, vraag dan iemand mee, die dicht bij je staat en ook zelf heel goed snapt hoe een ultrasporter zich voelt. Ik heb het geluk een echtgenote te hebben die zelf ultraloper is en dat heeft mij tijdens deze wedstrijd enorm geholpen. Zij snapt heel goed dat ik niet veel zeg tijdens een rustpauze, vraagt hoe het gaat en weet dan genoeg. Het helpt! De UTMB-CCC Het is druk. 1.900 deelnemers bij de CCC over geitenpaadjes is heel erg veel. Na een kilometer of 20 onttaat er ruimte. Er is meer dan voldoende water. In de bergen zijn er behoorlijk wat waterpunten en diegenen met drinkwater, worden door de organisatie met een bord als waterpunt aangegeven.
Ultratrail de Mont Blanc - Courmayeur/Champex/Chamonix 2016