UTMB - CCC wedstrijdverslag
Vrijdag 26 augustus
Courmayeur
Het is zover. Na maanden van voorbereiden is de dag daar.
Over 3 uurtjes ga ik van start in de UTMB-CCC. 101 kilometers wachten op mij.
Het was een onrustige nacht. In mijn slaap ben ik al tenminste 10 keer over de finish gegaan en
zeker al 30 bergen beklommen.
In mijn dromen klopt het dus allemaal, nu alleen nog doen.
Op Karen wacht ook een heel lange dag (en nacht). Zij is mijn “accompanying person” tijdens
de wedstrijd.
Er zijn 3 punten waar ik haar georganiseerd kan treffen. Dat is na 55, 72 en 83 kilometer.
Daarnaast natuurlijk bij de finish.
Zolang ik onderweg ben, is Karen dus ook onderweg en dat betekent dat ook zij tot tenminste
morgen 12 uur wakker zal zijn.
Om halfnegen gaan we naar de start net buiten het centrum.
Karen neemt haar plaats langs het parcours in, zodat zij mij later voorbij kan zien lopen.
Zoals dat gaat bij dit soort wedstrijden, gaat het er erg gemoedelijk aan toe.
Er zijn 3 startvakken die elk een kwartier na elkaar starten. In het startvlak is het een beetje
kletsen, foto’s maken, gespannen zijn en met elkaar aftellen.
Familie en vrienden van de lopers staan langs de kant van het startvak en iedereen wacht rustig
op de start.
Om 09.00 gaat de eerste groep weg met meteen het gas er vol op. Wij schuiven allen naar voren
net voor de startlijn en een kwartier later zijn wij aan de beurt.
Hier hetzelfde…meteen het gas vol open. Ik loop mijn eigen tempo, stop om Karen een laatste
kus te geven en dan ben ik echt onderweg.
Ik heb mijn GoPro camera bij mij en neem mij voor foto’s en filmpjes te maken onderweg. Dat is
maar ten dele gelukt. Uiteindelijk wint de vermoeidheid het van de behoefte om foto’s en films
te maken.
Bij de start lukt het nog.
Via het centrum gaan we de heuvels in. De eerste paar kilometer via asfalt en dan wordt het
een breed bospad, een smal bospad en uiteindelijk een geitenpaadje.
Wat ik al wist uit eerdere verslagen van de CCC is dat het vanaf dat moment “file lopen” is. Dat
klopt.
Je loopt heel dicht op elkaar want je kunt nauwelijks inhalen.
Het is af en toe gevaarlijk omdat er altijd wel iemand is die met zijn stok niet goed prikt en die
zwaait vervolgens gevaarlijk naar achteren. Zo heb ik ook zelf mijn achterbuurman een paar
keer in zijn bovenbeen geprikt.
We komen het bos uit en gaan dan echt de bergen in. Wat ik dan zie is echt ongelooflijk en
verbaast ook anderen (ik hoor de nodige “ooh’s” en “aah’s”).
Er gaat een lange kolonne van mensen, als waren het mieren, de berg op. Je kunt al veel
bochten zien liggen en het ziet er prachtig uit.
Je kunt ook meteen zien waar je nog naartoe gaat en dat is even slikken.
Het gaat echt heel erg steil omhoog. Dat was te verwachten, want tot het 1e checkpoint is het
10 kilometer en dan zijn we al 1.435 meter gestegen! Het moet dus wel steil de berg op gaan.
Daarnaast is het al warm, heel erg warm. Ik ben er goed aan gewend door de week die we hier
al zijn, maar desondanks is het nog steeds heel erg warm. Dat wordt nog een hele uitdaging om
deze berg te beklimmen.
Net als veel anderen hang ik aan mijn stokken en elke stap prik ik met mijn stok bij. Zo maak ik
optimaal gebruik van handen en voeten. Het werkt, want ik kan het tempo goed volgen.
Een paar uur later ben ik boven op de Tete de La Tronche en ben blij dat ik er ben. Ik voel me
goed. Dat komt ook omdat ik nu weet de grootste stijging te hebben overbrugd.
Boven op de berg staat een container en 2 begeleiders. Zij schenken water en wat cola. Ik laat
mijn flessen bijvullen en ga vervolgens naar het volgende checkpoint; 5 kilometer verder.
Het gaat bergaf en het gaat hard. Ik probeer mijn tempo goed te doseren, maar soms word je
gewoon opgeduwd door anderen die nog sneller willen.
Ook hier lang niet altijd de ruimte om een ander te passeren en in alle eerlijkheid heb ik er
geen zin in om voor iedereen die sneller gaat dan ik te stoppen. Ik loop tenslotte dezelfde race
als zij.
In refuge Bertone is het een drukte van belang. Er staan een paar boerenschuren en daartussen
is een ongekend druk verzorgingspunt.
Er wordt water geschonken en je kunt er soep krijgen. Ik weet dat ik met deze hitte en
inspanning mijn zout op pijl moet houden. Daarom heb ik altijd 1 borstfles met water en 1
borstfles met water aangevuld met een poeder om sportdrank te maken.
Daarnaast neem ik nog een zouttablet en een kop soep. Het doet me goed.
Ik houd kort pauze en ga op pad; op naar Refuge Bonatti.
Ook nu gaat het via geitenpaadjes maar er is al wat meer spreiding in het veld. Daardoor is de
druk om te worden ingehaald wat minder en dat geeft toch rust.
We gaan nu vooral berg af. Daar moeten de spieren weer even aan wennen, maar dan gaat het
weer.
Ik loop hard waar ik dat veilig vind en waar ik er zin in heb. Vertrouw ik het niet, dan wandel ik.
Het gaat mij niet overkomen dat ik uitval met een verzwikte enkel of erger.
Bonatti is leuk. Hier komen namelijk de hardlopers bij de wandelaars. De UTMB is er ook als
TMB. Je kunt een tocht volgen van ongeveer 160 kilometer rondom de Mont Blanc als lange
afstand wandelpad. Helaas volgen veel wandelaars de route in de andere richting van de
hardlopers. Het effect is dat de wandelaars meestal van het pad vluchten omdat er een groep
renners op ze afkomt.
Bonatti is dus leuk omdat de sfeer veel meer ontspannen is dan Bertone. Misschien omdat er al
meer spreiding in het veld is. Misschien omdat er andere mensen helpen.
Ik vul mijn flessen en neem een ORS. Dit is nieuw voor mij maar vorig jaar heb ik bij de Al
Andalus Ultra Trail een infuus gekregen om daarmee vocht en zout aan te vullen. Tip van de
dokter bij de AAUT: ORS komt dichtbij een infuus.
Ik neem een ORS en het doet me goed. Ik weet dat ik dan al heel veel zout ben verloren. Het is
dan ook ongelooflijk warm (meer dan 30 graden) en berg op en af rennen vraagt “best wat
inspanning”.
Ik eet wat crackers en neem een chia gel (aanrader). Op naar Arnouvaz.
Ook nu gaat het omhoog en (vooral) omlaag. Zeker omlaag is het oppassen. De paden zijn smal
en “technisch”. Er zijn veel scherpe stenen en korte bochten. Voor je het weet heb je een steen
gemist.
Daarnaast is soms de afstap op een pad erg groot en ook dat vraagt om concentratie. Je moet
het hoofd er dus goed bijhouden.
De route is prachtig. We lopen langs berghellingen, zien rivieren, oude boerderijen en veel
koeien. Alles dat ik mij voorstel bij een traditioneel “Oostenrijks landschap” komt hier voorbij.
Arnouvaz
Ik ben extra gemotiveerd om Arnouvaz te halen omdat Karen gaat proberen daar voor mijn
aankomst te zijn.
Als ik er bijna ben zien we elkaar. Het is dus gelukt en ik ben heel erg blij haar te zien.
We kletsen wat over de warmte en de route. Karen vertelt over haar busreis om hier te komen.
Dat is zo mogelijk nog zwaarder dan over deze bergen lopen. Ze heeft er meer dan 3 uur over
gedaan om hier te komen. Alleen al in Courmayeur opstappen was boeiend. Er waren gewoon
geen bussen. En elke 10 minuten werd er wel gezegd dat het nog 10 minuten zou duren.
Uiteindelijk duurde het bijna een uur.
Karen mag niet mee de verzorgingstent in (dit is namelijk geen officiële plaats waar we elkaar
mogen ontmoeten), dus ik ga alleen, vul flessen, neem soep, eet brood en zie haar dan weer
buiten.
Bijpraten en dan door. De volgende berg op.
De 2e berg van meer dan 2.500 meter hoog. Nu zijn er 800 hoogtemeters te overwinnen en het
is echt heel erg warm geworden (later blijkt meer dan 32 graden).
Hier dezelfde stroom “mieren” de berg op. Voor het eerst dat de stroom als “zombies” achter
elkaar aan loopt. Er wordt niet gesproken! Alle energie gaat naar het lopen en niet naar het
praten.
Het gaat langzaam. Ik kan het tempo goed volgen, maar neem ook 3x een korte pauze. Even het
gewicht van armen en benen en ook even om je heen kijken en de natuur in je opnemen (anders
heb ik alleen maar de schoenen gezien van diegene die voor mij loopt en niets van de prachtige
omgeving). Ook hier is het wonderschoon en geniet ik ervan.
Enkele uren later ben ik boven op de berg. Ik sta dan op de Grand col Ferret. Ik ben ontzettend
blij. Niet alleen omdat ik er ben maar ook omdat hier een beetje wind staat. Er staat namelijk
de gehele dag geen wind en dus ook geen verkoeling.
Ik geniet even van de koelte en laat dan deze 2e 2.500 meter hoge berg achter me. De hoogste
bergen heb ik dan gehad.
Ik heb geen hoogteziekte gekregen en dat doet me goed want de andere 4 bergen zijn wat lager.
Hier geen verzorgingspost. Wel een checkpoint. Dat is overigens op elke bergtop zo, blijkt later.
Er staan altijd wel mensen van de organisatie met een scanner klaar. Het startnummer wordt
gescand en meteen is daardoor jouw positie in het klassement bekend en wordt er een
voorspelling gedaan van jouw volgende aankomsttijd.
Diegenen waarvoor je de sms-service hebt geregeld ontvangen dan onmiddellijk een sms bericht
met die informatie. Topservice!
Ik ren de berg af. Het zijn wat bredere paden die steeds smaller en steeds technischer worden.
Na 4 kilometer een waterpunt (bij La Peule) waar ik de flessen vul en dan door naar La Fouly.
Voor mijn gevoel een belangrijk punt omdat ik er dan “een marathon” op heb zitten.
La Fouly
Het is berg op en af maar wel glooiend. De paden zijn ontzettend smal en vaak nogal technisch.
Tempo maken gaat prima, maar inhalen of ingehaald worden is nogal risico vol.
Daarnaast loop ik zo hard ik kan, maar toch schieten de kilometers niet op. Het duurt lang
voordat ik in La Fouly ben.
La Fouly is een Zwitsers plaatsje en het dorp staat volledig in het teken van de UTMB. Het dorp
is uitgelopen om de lopers aan te moedigen, er zijn waterfonteinen gemaakt om je af te koelen
en het is er gezellig.
De verzorgingstent is een leuke chaos. Ik neem bouillon, vul de flessen en neem tenslotte een
handje brood mee naar buiten. Het is mij te warm in de tent.
Ik eet het buiten op een grasveldje op. Ik stuur Karen een sms bericht waar ik ben en ga dan
verder.
Daarna is het heel erg lang de rivier volgen. Het gaat glooiend op en neer over wegen en brede
paden. Aansluitend berg op en weer berg af. Het gaat snel, want ik kan hier al wandelend flink
tempo maken. De meeste mensen om mij heen wandelen. De echte snelle renners zijn al voor
ons uit en ik zit in de groep die hardloopt en wandelt en uiteindelijk wandelt en hardloopt als
de kilometers vorderen.
We komen door typisch Zwitserse dorpjes en ook hier veel enthousiaste bewoners. Het doet
goed.
Om de een of andere reden krijg Ik opeens zin in thee. Ik weet niet waarom, maar ik heb er
ontzettend zin in.
Hoe het kan weet ik niet, maar binnen een half uur biedt een bewoner van een dorpje mij thee
aan. Daar maak ik graag gebruik van en is het een wijze les voor de rest van de wedstrijd. Thee
gaat er gedronken worden…
Om in Champex-Lac te komen moeten we weer een berg op en wat voor een. Er komt geen
einde aan. Het gaat maar door.
Inmiddels lopen we dan al met onze hoofdlampjes op en je kunt bergop een lange stroom aan
lichtjes zien gaan. Je kunt dus ook zien waar je heen gaat en daar word je niet altijd vrolijk
van.
Het is en blijft heel erg warm. Ik loop dan ook nog steeds in korte broek en T-shirt. Geen enkele
behoefte aan meer kleding.
Champex-Lac
Rond een uur of 9 ben ik in Champex-lac. Karen wacht mij al buiten het dorp op en samen lopen
we naar de verzorgingstent. Daar mag zij nu ook in samen met mij. Helaas blijft zij “2e rang”.
Zij mag bijvoorbeeld wel voor mij eten halen, maar mag er zelf niets van eten.
Ze mag de tent pas in als ik er ben (ik begrijp dat, want anders wordt het heel druk) maar moet
per se via een andere entree de tent in en de tent uit.
Bij alles dat zij te eten of drinken haalt wordt getoetst of het wel voor de loper is die zij
begeleidt. Ik vind dat ver gaan. Ook de organisatie weet dat de begeleider dezelfde uren maakt
als de loper en een beetje voeding voor de begeleider vind ik logisch.
De busreis voor haar was een drama: 5 uur om van Arnouvaz naar Champex Lac te komen. 2x
overstappen, veel wachten, door de Mont Blanc tunnel (op letterlijk de drukste dag van het
jaar) en dan weer overstappen.
Na een uur wachten en 4 uur reizen toch gelukt. Toch op tijd aangekomen in Champex.
Ik ben blij dat ik Karen als begeleider heb. Ik ben er niet heel erg goed aan toe. Ik heb het heel
erg warm ondanks dat het buiten al is afgekoeld en ik ben helemaal kromgetrokken van het
bergbeklimmen met wandelstokken.
Een gezellig gesprek zit er dan ook niet in.
Karen regelt alles: de bouillon (meerdere koppen), het brood (meerdere sneetjes), pasta (veel
pasta weinig saus) en thee, veel thee met veel suiker.
Na een kwartiertje begin ik weer mens te worden, ontspannen de spieren wat en kom ik
figuurlijk weer op adem.
Buiten lig ik nog een minuut of 5 op een bed van houtsnippers en kan zo een beetje ontspannen.
Ik koel dan ook meteen flink af en voordat ik ga trek ik een shirt met lange mouwen aan.
Tijd om te gaan. Een zoen voor Karen en op pad. Op naar de volgende berg. Ik ben er klaar voor
en ik ben blij dat het nacht is.
Ik vind lopen in de nacht heerlijk en na een dag als vandaag al helemaal omdat het afkoelt.
Na Champex-Lac gaat het een flink aantal kilometers glooiend door het terrein. De paden zijn
breed en niet te technisch. Het is wel goed oppassen. Het is tenslotte aardedonker en al te fit
ben ik ook niet meer. Ik ben dan tenslotte al 12 uur aan het sporten en heb dan al drie bergen
achter de rug.
We gaan bergop en hier herhaling van eerdere beklimmingen. Een lange sliert lampjes die via
veel bochten de berg op gaat. Een zwijgzame colonne van lopers. Heel veel gehijg en gesteun.
Veel lopers die in de bochten gaan zitten om op adem te komen. Veel getik van zwaar belaste
wandelstokken.
Ik stop ook nu 3 keer. Dat is elke keer maar een paar minuten, maar het geeft mij net het
herstel om met voldoende krachten verder te gaan.
Bergop haal ik dan ook de meeste lopers in. In La Giete weer een checkpoint boven op de berg.
Prachtig gedaan. Een houten schuur met partytent. Veel lichtjes en veel gezelligheid.
Daarna is het 5 kilometer de berg af en dat is geen pretje. Het is een heel technisch parcours.
De stenen zijn scherp en de afstap is groot. Het is ontzettend opletten. Er is niemand die hier
rent. Het is niet te doen.
Overdag zou ik het al lastig vinden, laat staan zo in de nacht.
Afdalen op deze manier is een ontzettende aanslag op knieën en bovenbenen. Onder andere dat
maakt deze wedstrijd zo bijzonder.
Bergop is het een aanslag op de kuiten en bergaf op knieën en bovenbenen. Als je dan ook nog
weet dat er geen enkel pad horizontaal loopt, dan mag duidelijk zijn dat het lichaam flink wordt
belast.
Triënt
In Triënt zie ik Karen weer na 72 kilometer en we doorlopen dezelfde routine.
Zij regelt eten en drinken (nu met ORS) en ik probeer bij te komen.
Het is dan inmiddels midden in de nacht (zo rond half 3) en ik voel mij beter dan bij 55
kilometer. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat er nu geen zon is.
Ik kan zowaar nog een beetje kletsen en ook nu probeer ik buiten wat te rusten. Dat is niet al te
gemakkelijk op het koude asfalt, maar het is nog altijd beter dan in het natte gras.
We nemen weer afscheid en ik zie karen over 11 kilometer bij ons laatste officiële
ontmoetingspunt.
Buiten het dorp is het eerst een kilometer glooiend over een breed stenen pad en dan de berg
op.
Het is niet gewoon hoe steil het omhoog gaat. De rij lichtjes lijkt oneindig door te gaan en soms
weet ik niet meer of ik naar een lampje of naar een ster kijk. Het houdt niet op.
Ik rust enkele keren. Het is niet te doen. Ik voel mij redelijk maar wordt allengs steeds lichter in
mijn hoofd. De chia gel die ik neem helpt niet. Het enige dat ik kan doen is rusten.
Op de top weer een checkpoint bij Catogne en dan de berg af. Ook nu weer erg technisch en
voor het eerst moet ik ook bergaf mijn rust nemen.
Tijdens de rust eet ik wat noten en hoop op herstel. Dat blijft uit. Het gaat scherp naar beneden
en soms zijn de bochten zo scherp dat er speciale hekken met alarmlichten zijn neergezet om te
voorkomen dat lopers doorschieten en de afgrond in rennen.
Het is slopend om de berg af te komen. Mijn voeten zijn al kilometers helemaal beurs maar dat
maakt mij niet uit. Het zijn de grote afstappen die je moet doen op de scherpe stenen die de
energie weghalen.
Bergaf lijkt vaak gemakkelijk maar na 80 kilometer vraagt dat veel concentratie.
Vallorcine
In Vallorcine zien Karen en ik elkaar weer en ook nu soep, thee en wat brood. Op een bankje
een beetje rusten en dan verder. We spreken af elkaar bij de finish weer te zien.
We zijn beiden moe. Ook Karen. Zij is tenslotte nu ook al 24 uur op!
Om 06.15 nemen we afscheid. Vanuit Vallorcine gaat het glooiend omhoog. In de eerste paar
kilometer win ik 200 meter hoogte. Het is dan al licht en hoe het kan, kan het, maar de zon
geeft meteen heel veel warmte.
Tenslotte sta ik aan de voet van de laatste berg en sta te tollen op mijn benen. Ik ben duizelig
en voel me echt niet goed.
Ik ga zitten en probeer op adem te komen en te herstellen. Het is wat ik beleefde op de laatste
berg alleen nu heftiger.
Voor mijn gevoel is mijn lichaam uitgeput en in slaap. Geestelijk ben ik er wel bij, maar
lichamelijk is er geen reserve meer.
De vraag is wat te doen? Ik wil ontzettend graag finishen, maar ik weet ook dat ik nog 650 meter
omhoog moet over 4 kilometer afstand.
Daarnaast weet ik dat het moeilijk wordt om binnen de gestelde tijd te finishen. Dit maakt het
extra zwaar.
Daar moet ik echt mijn best voor doen. De vraag is of ik dat zonder grote risico’s ga redden. Wat
als ik flauwval of niet goed wordt? Hoe kom ik dan de berg af? Wat als je echt valt op een
traject met veel stenen? Wat te doen?
Ik kan niet anders dan te kiezen met het hoofd en niet met het hart. Het herstel blijft te lang
uit en ik besluit niet te gokken.
Ik meld mij bij de verkeersregelaars die de lopers helpen de doorgaande weg over te steken en
geef hen aan dat ik graag terug wil naar Vallorcine en mij terugtrek uit de wedstrijd.
Zij melden mij af bij de race organisatie en vragen een passerende automobilist mij naar
Valllorcine te brengen.
Ik heb Karen dan al gebeld en we zijn er beiden droevig van. Ik was zo dichtbij de finish en er
zit een laatste berg letterlijk in de weg. Ik wilde zo graag finishen, maar het is onverstandig
door te gaan. Geen enkele medaille is het waard te gokken met mijn gezondheid.
In Vallorcine stap ik in de bus en in Chamonix treffen Karen en ik elkaar. We zijn droevig, moe
en koud. We hebben het over de reden waarom ik mij terugtrek en we vinden het beiden een
goed besluit. Met de bus naar Courmayeur en daar onze auto ophalen.
Er is geen reden meer om hier te blijven. We gaan naar de Dolomieten.
Tijdens de rit daar naartoe en de dagen erna hebben we het nog heel veel over de wedstrijd en
mijn terugtrekken. Het was een genot om samen met Karen deze wedstrijd te beleven. Ik was
enorm blij met haar verzorging en het is heel erg fijn om tijdens zo’n lange wedstijd een bekend
gezicht te zien die er voor jou is.
Ik vind het nog steeds ontzettend jammer dat ik de wedstrijd niet heb afgemaakt. Aan mijn
motivatie lag het niet. Ik sta nog steeds achter mijn besluit om bij kilometer 88 uit de wedstrijd
te stappen.
Ik ben van mening er goed aan te hebben gedaan. Dat gevoel wordt wel versterkt door het feit
dat ik weer wat grenzen heb verlegd.
Ik had al eerder 88 kilometer non-stop gelopen (dodenmars in België) maar nog nooit in de
bergen.
Ik had nog nooit 5 bergen beklommen en 5.300 stijg- en 5.100 daal meters overwonnen in 1 dag
Ik had al eerder 22 uur gesport in de hitte (Grand 2 Grand in de USA) maar niet eerder in de
combinatie met de hoogtemeters.
Niet eerder deed ik dat overdag allemaal bij meer dan 30 graden
Al met al was het een prachtig avontuur en ben ik er trots deelnemer te zijn geweest van deze
wedstijd. Ik heb van de voorbereidingen en de wedstrijd genoten en ben blij het met Karen
samen te hebben gedaan.
Ik weet ook dat ik deze wedstrijd niet meer ga doen. Ik heb het er niet nog een keer voor over
om een gehele vakantie van 3 weken in het teken van een wedstrijd van 1 dag te zetten.
Ik wil dat Karen ook niet meer vragen.
Wat ik wel weet is dat ik die laatste berg toch een keer over ga. Ik weet nu al dat ik de route
van Vallorcine naar Chamonix een keer ga doen.
Het voelt niet als “unfinished business” maar wel als het toevoegen van dat laatste stukje
belevenis aan deze prachtige wedstijd.
Op 27 augustus 2017 ben ik teruggegaan en heb de laatste 13 kilometer toch nog gelopen….
Lessons learned:
•
Vorig jaar kreeg ik tijdens de Grand2Grand hoogteziekte. Daarom dit jaar voor de UTMB-CCC
een week eerder vertrokken naar Italië. Appartement gehuurd op 1.400 meter hoogte en
aansluitend elke dag de bergen in tot 2.600 meter hoogte. Dat heeft absoluut geholpen.
•
ORS neem ik voortaan mee. Het helpt echt.
•
Ik blijf het herhalen (zie ook mijn andere wedstrijden): P20 is de beste zonnebrandcrème die
ik ken. Ik beveel het van harte aan. Ook deze keer weer ’s ochtend ingesmeerd, de gehele
dag sporten in de volle zon (en heel veel transpireren) en geen plekje huid geïrriteerd door
de zon. Het is een wonderlijk goedje
•
Drymax sokken. Met afstand de beste sokken die ik ooit heb gehad. Ik heb met veel sokken
geëxperimenteerd, maar deze zijn absolute topklasse. 88 kilometer op gelopen onder zware
omstandigheden. Geen enkele blaar! Geen enkele huidirritatie!
•
Black diamond wandelstokken. Ook deze keer veel kilometers met mijn volle gewicht op
gehangen bergop. Geen piepje, geen kraakje en superlicht.
•
Chia gels zijn goed. Veel beter dan gewone gels. Gewone gels die warm worden, smaken als
een soort warme jam. Gels met Chia hebben dat ook, maar hebben ook nog een “bite” door
de zaadjes en dan smaakt het toch anders. Ik kon ze in Nederland niet vinden en heb ze in
Engeland gekocht.
•
Thee is magisch. Goed voor de maag, de suiker geeft energie en het is gewoon lekker. Voor
mij een echte “eye opener”.
•
Als je kunt, vraag dan iemand mee, die dicht bij je staat en ook zelf heel goed snapt hoe
een ultrasporter zich voelt. Ik heb het geluk een echtgenote te hebben die zelf ultraloper is
en dat heeft mij tijdens deze wedstrijd enorm geholpen. Zij snapt heel goed dat ik niet veel
zeg tijdens een rustpauze, vraagt hoe het gaat en weet dan genoeg. Het helpt!
De UTMB-CCC
•
Het is druk. 1.900 deelnemers bij de CCC over geitenpaadjes is heel erg veel. Na een
kilometer of 20 onttaat er ruimte.
•
Er is meer dan voldoende water. In de bergen zijn er behoorlijk wat waterpunten en
diegenen met drinkwater, worden door de organisatie met een bord als waterpunt
aangegeven.
Ultratrail de Mont Blanc - Courmayeur/Champex/Chamonix 2016